Zaterdag, 27 april 1996
Nou, daar gaan we dan. Op naar Indonesië. Vanmorgen zijn we om half elf thuis vertrokken, even nog langs de moeder van Kees en op naar Schiphol. Daar waren we om kwart voor twaalf en we konden meteen inchequen, dat ging allemaal soepel. Om twee uur zijn we opgestegen . We gaan nu eerst naar Abu Dhabi dat ligt in de Verenigde Arabische Emiraten en vandaar uit gaan we naar Singapore en dan naar Jakarta. We hebben net onze eerste maaltijd al gehad, best lekker. In Abu Dhabi zijn we even uit het vliegtuig geweest om tax-free te shoppen, het was een kei mooie hal, helemaal rond en vol met mozaïk-tegeltjes. Na twee uur vlogen we weer verder naar Singapore, ondertussen ben ik in het vliegtuig aardig beroerd geworden, ik was thuis al niet lekker maar dat word alleen maar erger, shit! Het is weer een hele zit naar singapore, zeven uur! Ook in Singapore zijn we uit het vliegtuig geweest, was ook een heel luxe vliegveld. Vanaf Singapore was het gelukkig nog maar anderhalf uur vliegen en ik was nog steeds ziek. Het vliegveld in Jakarta was hartstikke mooi, vanaf het vliegtuig ging je door een gang die helemaal door een tropische tuin liep, echt al een exotisch gevoel. We moesten wel even wachten bij de douane maar binnen een half uur hadden we de rugzakken en stonden we buiten ( we waren om tien voor half twee geland, precies op tijd!). Er kwamen al meteen allerlei mensen op ons af om te vragen of we een taxi wilden, maar we zijn met de bus gegaan, binnen een half uur stonden we midden in het centrum van Jakarta, daar zijn we toen in zo’n 3-wiel brommertje gestapt (een toek-toek) en die heeft ons naar het hotel gebracht, en dat alles, van het vliegveld tot aan het hotel, voor 11000 roepia ( dat is dus ongeveer Hfl. 8,=) met z’n tweeën!! We hebben best een mooi hotel, de kamers zijn netjes en we hebben een t.v. (niet dat daar iets nuttigs op is!). De rest van de middag heb ik op bed gelegen met flinke koorts, s’avonds ben ik toch maar opgestaan want we moesten toch wat eten. Vanuit het hotel zijn we naar het Merdeka-plein gelopen, daar was het avondmarkt, iedereen zat daar op de grond met allerlei frutsels, hier heb ik ook een kettinkje gekocht voor wel 1000 roepia (Hfl. 0,75), daarna hebben we gegeten en zijn we weer terug gegaan naar het hotel, ik had weer de hele nacht flinke koorts.
Maandag, 29 april 1996
We hebben net gedoucht en ontbeten (flinke keus: brood met aardbeienjam of brood met aardbeienjam!). Hierna zijn we met een driewieler naar de haven gegaan, de Sunda Kelapa, de chauffeur moest ondertussen z’n anak-anak (z’n kleine broertje) ophalen en bij school afzetten, we reden door allerlei kleine straatjes en steegjes, klei leuk. In de haven waren ze alle boten gewoon met de hand aan het lossen, nou ja gewoon! Dat is wel afzien voor die mensen. Daarna zijn we naar de Pasar Ikan (vis markt) gegaan, dat stelde niks voor en het stonk er verschrikkelijk. Daar omheen had je wel allerlei steegjes met winkeltjes dat was wel heel leuk om te zien. Toen zijn we op zoek gegaan naar de Chinese wijk, Glodok, dat viel niet mee om die te vinden. Ondertussen hebben we wel bij zo’n eettentje wat zitten drinken, kei leuk. Onderweg kwamen we langs het vruchtbaarheids-kanon , daar ben ik maar niet op gaan zitten! Bij de Chinese wijk zat een flink winkelcentrum met een McDonalds, drie keer raden waar wij gegeten hebben. Daarna zijn we met de taxi teruggegaan naar het hotel omdat ik nog steeds niet lekker was. Na een uurtje liggen ging het wel weer en wilden we op het monument maar dat was al dicht toen we daar aankwamen, toen zijn we naar de grote moskee gelopen, maar daar was het mis, en in mijn buik ook, dus zijn we maar snel naar ons hotel gegaan en naar de wc! Dit was gelukkig maar éénmalig. We hebben weer even gerust (dat is hier wel nodig met deze hitte). Daarna zijn we naar het Sarinah winkelcentrum gegaan (dat konden we gisteren niet vinden). Daar hebben we even rond gesnuffeld en toen hebben we bij een chinees gegeten, dit was de eerste keer dat het echt lekker was. Er tegenover was het Hardrock-Cafe, ik wilde daar natuurlijk even naar binnen. Bij het Hardrock-Cafe hebben we een heerlijke verse fruitsalade op (goed voor de vitamientjes!) en wat gedronken en een t-shirt gekocht. Nu gaan we even douchen en slapen.
Dinsdag, 30 april 1996 (koninginnedag)
Gelukkig, ik ben weer beter, vanmorgen had ik geen koorts meer, ik ben nog wel flink verkouden, maar dat is niet zo’n ramp. Vanmorgen hebben we eerst goed ontbeten en daarna zijn we naar het Nationaal Monument gelopen om er bovenop te gaan. Eerst kon je onder het monument de hele geschiedenis van Indonesië zien en daarna met de lift naar boven, het was hoog, maar daar was ook wel alles mee gezegt, er was niet veel te zien, dus dan maar weer naar beneden en naar het hotel. Daar hebben we de rugzakken opgehaald en zijn met een brommertje naar het station gegaan om daar de trein naar Bogor te pakken. We konden meteen instappen (puur geluk!). In Bogor hadden we zo een slaapplaats gevonden. Wisma Karunia, dit is dus echt een “losmen” inkl. mandibak. Hier hebben we onze lakenzakken ook wel nodig en we hebben zelfs een hagedis(je). De rest van de middag hebben we in Bogor rondgekeken en zijn we naar de botanische tuinen gegaan. Die waren echt heel mooi, er was van alles te zien. Ik heb nog wel in een liaan gehangen en we hebben een flinke varaan gezien en vliegende honden ! (dat zijn hele grote vleermuizen), weer eens wat anders. Op de terugweg naar het hotel hebben we gegeten, nasi goreng en saté ajam, heel lekker!! Zonet hebben we in de mandi gebadderd, vooral Kees was er helemaal weg van, die wil thuis ook zo’n ding. Nu gaan we vroeg slapen zodat we morgen weer lekker fit zijn om naar Bandung te gaan.
Woensdag, 1 mei 1996
Vanmorgen zijn we vroeg opgestaan want we wilden niet zo laat vertrekken naar Bandung, eerst maar even “gemandiet”, want het was om te stikken vanacht. Ik heb dus slecht geslapen , om de 5 minuten kwam er buiten iemand met eten voorbij die flink op z’n pannen sloeg. Volgens mij kookt er hier niemand gewoon thuis, maar eten ze allemaal aan de straat. Dus eerst naar het busstation, dat was vlot gevonden. Voordat we het busstation opliepen waren er al mensen die ons de bus naar Bandung aanwezen en voor we het goed en wel wisten lagen de rugzakken onderin en zaten wij in de bus. Voor 3000 roepia (Hfl. 2,25) 3 uur in de bus. Onderweg was het heel mooi, de Puncak Pas. In Bandung hebben we een taxi genomen naar Hotel Patradissa II en daar was plaats. Het hotelletje ziet er niet onaardig uit, klein kamertje en badkamertje en onze lakenzakken hebben we weer nodig. Eerst op zoek naar een klamboe of zo want de muggen steken je hier dus wel lek. Een klamboe konden we niet vinden dus hebben we een of ander elektrisch aparaat tegen muggen gekocht. Vanmiddag hebben we Bandung bekeken, een joekel van een stad, niet echt mooi of zo, wel heel druk. We zijn ook nog anderhalf uur op zoek geweest naar het telefoonkantoor, maar uiteindelijk hebben we het toch gevonden en hebben we even naar ons mam gebeld. Door deze zoektocht had Kees het wel voort gehad en wilde hij op een sprintje terug naar het hotel.
Donderdag, 2 mei 1996
Vandaag vroeg op, want we hebben hier in het hotel een excursie geboekt en het busje komt om 8 uur. Na een eindje rijden stopt het busje langs de weg bij een eettentje, het blijkt dat we erachter mogen kijken en dat er hele mooie rijstvelden zijn. Onze gids heeft van alles en nog wat over allerlei planten en vruchten verteld en we hebben bij het dorsen van de rijst gekeken. Na een korte pauze reden we weer verder. Op een gegeven moment kwamen we bij een soort ven, helemaal vol met waterlelies. Roze en witte, prachtig om te zien. We zijn toen langs het ven gewandeld, door de sawa’s heen, zo naar een heel klein dorpje. Daar was ook een Hindoestaans tempeltje bij. Van daar uit gingen we met een bamboo-boot dwars over het ven, tussen de waterlelies door, weer naar ons busje. Na weer een eind rijden kwamen we bij een zijde fabriekje aan (die was nog gesloten, dus hebben we ernaast even een broodje gegeten). In het fabriekje deden ze alles met de hand. Van coconnen maken ze draden en die draden worden verderop in de fabriek verwerkt tot stof. Sommige lappen met hele mooie motieven. Echt een heel werk als je ziet hoe dun die draadjes zijn. Daarna zijn we ook nog gestopt bij een kroepoek bakkerijtje. Daar maken ze kroepoek van meel van de wortel van de cassave plant. Daar worden koekjes van gedraaid en die worden langs de kant van de weg in de zon gedroogd, smakelijk eten! De volgende stop was bij de Papandayan vulkaan. Daar hebben we eerst geluncht, nasi goreng en een pisang ambon. Vandaaraf begon de klim naar de vulkaan. Dat was nog best een heel eind, maar het uitzicht onderweg was prachtig om te zien. In de verte kon je de gele zwavel kraters al zien en hoe dichter bij we kwamen hoe harder het begon te stinken naar rotte eieren. Op sommige plekken kon je echt in de kraters kijken waar de stoom uitkwam. Eentje maakte ook een flink lawaai, net een fluitketel. Een eindje verderop was een flinke poel waar modder aan het bubbelen was (echt een vulkaan!). Nog hoger was de bron waar kokend water uit kwam, vanaf daar zijn we weer afgezakt en langs het stroompje gelopen met het warme water. Toen het water enigszins een normale temperatuur had mochten we erin zwemmen, alleen lag m’n handdoek nog in het busje, dus heb ik lekker langs de kant van het uitzicht zitten genieten. Ondertussen liep het al tegen vijven dus moesten we naar beneden, jammer! Het was zo mooi, hier hadden we nog veel langer willen blijven. Van de vulkaan uit zijn we we rechtstreeks naar het hotel gegaan, dat was nog ongeveer 2 ½ uur rijden. In het hotel hebben we lekker gedoucht en daarna zijn we op pad gegaan om wat te eten te zoeken, dat viel niet mee, uiteindelijk zijn we weer bij een chinees beland. Nu vlug naar bed want morgen moeten we om half zes op om naar Pangandaran te gaan, weer met dezelfde gids.
Vrijdag, 3 mei 1996
Vanmorgen was het weer vroeg dag, om 5.15 uur liep de wekker af, want om 6.30 uur zou de chauffeur er al zijn en we moesten natuurlijk ook onze rugzakken nog inpakken. Om 6.45 uur gingen we op weg. Na ruim een uur hebben we onze gids weer opgepikt en als eerste gingen we weer naar een vulkaan. De weg ernaar toe was heel erg slecht, maar dat was ook wel een teken dat het er niet toeristisch was. Op een gegeven moment kwamen we op een parkeerplaatsje en vandaar uit gingen we te voet verder. In de verte lag wel een flinke berg maar ik dacht dat het nooit de bedoeling kon zijn dat we daar op gingen, wel dus!!! Dit is dus mijn eerste echte berg geworden. Het was een flinke tocht en vooral het laatste stuk was kei stijl. Hartstikke eng, maar eenmaal boven was het wel een heel mooi uitzicht. Boven aan de rand was één grote krater, begroeit met planten en stukken lava en onderin de krater was een groot meer, kei mooi. Na een half uurtje genoten en gerust te hebben kon de afdaling beginnen, dat viel gelukkig wel mee. Na ongeveer een half uur zaten we weer in het busje nu om naar een waterval te gaan kijken. Voor dat we daar waren moesten we eerst langs een soort zwembad lopen en toen nog een heel stuk dwars door de jungle. Uiteindelijk kwamen we bij twee watervallen, en grote koude en een wat kleinere warme. Daar hebben we onder gestaan, kei exotisch. Toen gingen we op weg naar een Kampong (dorpje) dat er om bekend straat dat de mensen er nog heel primitief leven, zonder elektriciteit en stromend water en zo. Bij de Kampong aangekomen moesten we eerst even schuilen want het was keihard gaan regenen. We waren even in een hutje naar binnen gegaan en daar kwam een vrouwtje aan met allerlei lekkere hapjes, die hebben we verschillende geprobeerd en uiteindelijk moesten we 0,20 ct. afrekenen. Toen de lucht weer opgeklaard was zijn we verder gegaan. Eerst moesten we een trap van 350 trede af (en op de terugweg ook weer op!). We liepen daar midden tussen de sawa’s, kei mooi om te zien. De mensen leven daar dus nog echt in de middeleeuwen. De huisjes staan op palen en eronder hebben ze hokken gemaakt voor de kippen. Binnen hebben ze niks staan, ze zitten met z’n allen op de houten vloer en koken op een vuurtje in het midden van de kamer. Het was ondertussen al laat en we moesten nog helemaal naar Pangandaran, onderweg hebben we met z’n allen in een restaurantje gegeten, echt indonesisch, ze zetten van alles op tafel en wat je niet pakt hoef je ook niet te betalen. Ik had rijst met sajoer, tempee en kip, hartstikke lekker. Na nog een paar uur rijden, het is ondertussen 21.30 uur, komen we in Pangandaran aan. We hebben nu een kei leuk hotel “Bulak Laut”, alles is van bamboe en we hebben een openlucht badkamer. Maar nu gaan we eerst slapen en morgen gaan we de boel wel verder verkennen.
Zaterdag, 4 mei 1996 (oma jarig)
Dit is nog eens exotisch wakker worden. Dit is echt een super hotel, het ontbeid werd aan de deur gebracht en de omgeving is kei mooi. Ik heb hier net m’n was ingeleverd, makkelijk! En dit alles hebben voor 30.000 roepia per nacht (Hfl. 22,50). Vandaag hebben we lekker rustig aangedaan. We zijn naar het strand gegaan, maar daar was het niet uit te houden, zo heet. We zijn wel even in het water geweest, dat was net soep. Toen zijn we maar lekker in de schaduw gaan zitten, dat was beter. Ik heb nog een broekrokje gekocht voor 4.500 rp. (Hfl. 3,25) en toen zijn we met de becak terug naar het hotel gegaan en daar hebben we lekker op ons balkonnetje gezeten. Later in de middag zijn we naar de vismarkt gelopen maar we waren iets te laat, de vis was al binnen. Wel hebben we daar s’avonds heerlijke garnalen gegeten, 1 kilo voor 20.000 (Hfl. 15,=) en super lekker klaar gemaakt, potje bier erbij en de vakantie kan niet meer stuk! In een ander restaurantje hebben we wat gedronken en daar kwam een Indonesische jongen bij ons zitten die Nederlands wilde leren en armbandjes wilde verkopen, dat is ‘m gelukt, hij heeft voor mij een armbandje gemakt met Karin erop, best leuk.
Zondag, 5 mei 1996
Vandaag gaan we met een dagtochtje naar Green Valley, ik ben benieuwd. Het was best een leuke excursie. Eerst gingen we naar een tempé fabriekje, daarna naar een Goela Djawa fabriekje. Om Goela Djawa (palmsuiker) te maken hangen ze potjes om de bloemen in de kokosboom, uit die bloemen loopt nectar en dat vangen ze dan op en koken het net zolang tot het helemaal is ingekookt dat word dan weer in vormpjes gedaan en dan is het suiker. Toen naar een kroepoek fabriekje, deze kroepoek word van cassave gemaakt. Ik heb ook nog geprobeerd om zo’n rondjes te draaien, maar dat ging dus niet. Daarna naar een Wayang-poppenmaker, die man speelde zelf ook, heel leuk, hij kon de poppen echt laten leven. Vandaar af naar Green Valley, daar gingen we in een bootje en voeren we over een rivier en kwamen bij een waterval uit, daar konden we zwemmen maar dat hebben we niet gedaan. Op de terugweg in het bootje hebben we nog een varaan zien zitten op de wal. Daarna gingen we naar zee, daar hebben we geluncht, Mie Goreng Speciaal, heel lekker. Hier mochten we ook zwemmen maar dat hebben we maar niet gedaan. We hebben daar wat rond gelopen en ik had meteen 3 kleine meisjes achter me aan lopen, die hebben ons zo’n half uur overal gevolgd en op het laatst waren ze de hele tijd kushandjes aan het geven. Als laatste gingen we naar een bamboebrug, lekker wiebelig, maar wel leuk. En dat was ons dagtripje dan weer. Er zaten trouwens een stel irritante Fransen in ons busje, echte aso’s, en ook twee Belgen uit Leuven, die waren wel heel leuk, hij kon mooi vertellen. Je komt hier de hele tijd mensen tegen die je ook al in Jakarta, Bogor of Bandung hebt gezien. Vanaf Bandung naar hier zijn wij samen gereisd met Gerda en Wim, hij is een gepensioneerde persfotograaf en zij is ± 30 jaar jonger en werkt op de fotoredactie van het Parool, best we aardige mensen. Hun reizen waarschijnlijk morgen weer verder en wij plakken er hier nog een dagje aan, om naar het wildpark te gaan. Ik heb m’n was ook weer terug, het was een flinke stapel en alles is weer schoon en netjes gestreken voor 8.000 rp. (Hfl. 6,=).
Maandag, 6 mei 1996
Vroeg op vandaag, de gids die we hebben geboekt is om 8.00 uur hier om met ons naar het wildpark te gaan. Hij heet Dede en is heel aardig. Het eerste gedeelte van het park is meer recreatie gebied, het achterste gedeelte is echte jungle. Dede verteld ons van alles over de bomen en de planten en langzamerhand komen we steeds verder de jungle in. Eerst zagen we een eekhoorntje, toen herten en een ander beestje dat verwant is aan hertjes. Als we veel geluk zouden hebben, zouden we een slang kunnen zien, nou we hadden geluk. Eerst zagen we een grijsachtige met een gele streep, die was wel giftig maar niet direct dodelijk, even later waren we “very lucky” er zat namelijk een groene mamba tussen twee rotsen in, zelfs de gids ziet zo’n slang maar eens in de 3 of 4 maanden. We konden hem heel mooi bekijken van een afstandje (± 3 meter). Deze is dus wel supergiftig, als deze bijt dan ben je binnen 3 uur dood. Antiserum hebben ze alleen in Bandung en dat is meer dan 3 uur reizen, dus als ie bijt heb je pech gehad. Hij was heel mooi om te zien, ± 1 meter lang en heel fel groen van kleur. Even later draait onze gids zich ineens om met z’n hand helemaal onder het bloed, “a snake bite me, a snake bite me!” Ik dacht oh shit, maar het was maar een geintje. Het waren blaadjes van een boom en als je die fijn knijpt dan komt er fel rood sap uit, dat werd vroeger ook gebruikt als schmink. Ook zagen we nog de grootste bloem ter wereld, de raflesia, althans eentje die 2 weken geleden gebloeid had, die zijn heel bijzonder hier. Helemaal ongehavend ben ik niet uit de jungletocht gekomen, resultaat: 1 natte voet + schoen, 1 kapotte knie en 1 verzwikte enkel, maar ja je kunt niet alles hebben. Na de jungletour zijn we bij de vissers gaan kijken die de netten aan het inhalen waren. Daarna zijn we even naar huis gaan bellen, naar Moeder v. Rooij en we hebben een pizza gegeten. Weer eens een keer iets anders dan rijst. Toen hebben we kaarten gekocht en die heb ik in het hotel op m’n gemakkie geschreven, effe lekker zitten teuten. ’s Avonds zijn we voor de laatste keer naar het visrestaurant gegaan om voor de laatste keer daar lekker en goedkoop vis te eten. Vroeg naar bed want morgen worden we om 6.00 uur opgehaald om naar Yogyakarta te gaan.
Dinsdag, 7 mei 1996
Vanmorgen om 4.30 uur op, dat was een beetje te vroeg, maar ja. Om 6.00 uur was de bus er en zijn we vertrokken. Doordat we 10 minuten op twee Duitsers hebben moeten wachten, hebben we de boot van 7.00 uur gemist. Er zit dus niets anders op dan op de boot van 8.00 uur te wachten. De boottrip duurde 3 ½ uur en was best leuk. We vaarden langs dorpjes en af en toe pikte ze mensen op langs de kant. We zaten midden tussen de Indonesiërs. Daarna stond er een busje klaar dat ons rechtstreeks naar Yogya heeft gebracht. Het hotel waar de chauffeur ons heen wilde brengen was niks, dus zijn we zelf maar op zoek gegaan. We zitten nu in het “Metro Guest House”, in een best wel dure kamer met airco. Maar dit was de netste en toe maar voor een keer. Hij kost 45.000 rp. (Hfl. 30,=) dat is ook nog wel om overheen te komen (wij zijn voort te verwent met al die goedkope kamers.). ’s Avonds zijn we even het centrum ingelopen, het is hier dus veel toeristischer en de becakrijders lopen de hele tijd achter je aan, irritant! We zijn vroeg naar bed gegaan want we waren aardig moe.
Woensdag, 8 mei 1996
Vandaag hebben we sightseeing Yogya gedaan met een becak. Voor 5.000 rp. (Hfl. 3,75) hebben twee becaks ons van 8.30 tot 15.00 uur door heel Yogya gefietst. Eerst zijn we naar het paleis van de sultan gegaan, daar hebben we ook nog een stukje Wajangvoorstelling gezien. Het paleis was van een hoog Efteling gehalte. Daarna hebben ze ons langs iedere batik-, wajangpoppen- en zilverwinkeltje gefietst wat er maar te vinden was. Best leuk om allemaal e zien. Bij de zilverwinkel hebben we twee broches gekocht, één voor Moeder en één voor Francine en ik heb voor mezelf een mooie armband gekocht. Toen hebben we in een warung wat gegeten, kei lekker. Daarna zijn we langs een zilvermakerij gegaan, echt heel kunstig hoe ze dat zilver bewerken. Daar tegenover was “toevallig” een wajangpoppen winkel, daar heb ik een pen voor opa gekocht. Dat was zo’n beetje de rondrit door Yogya. Bij het hotel hebben we even heerlijk gezwommen en in de zon gezeten. ’s Avonds hebben we ons laten afzetten op de Marlioboro (dat is de hoofdstraat hier) en daar hebben we er een McDonalds-dag van gemaakt. Daarna zijn we die straat weer terug gewandeld en hebben ons vlak bij het hotel weer af laten zetten. Daar hebben we in een restaurantje wat gedronken. Terwijl dat wij daar zaten kwam er een flinke rat het restaurant binnen, wij met onze voeten omhoog, maar het scheen maar heel normaal te zijn daar. Bij dit restaurant stond trouwens ook Cobra op de menukaart, lekker!!! We zijn vroeg naar bed gegaan.
Donderdag, 9 mei 1996
Vanmorgen moesten we om 4.30 uur op want om 5.00 uur kwam de bus om ons naar de Borobudur te brengen. We hadden er voor gekozen om heel vroeg te gaan zodat het mooier, rustiger en niet zo warm zou zijn. Dat was dus ook zo. Toen we daar aan kwamen was de zon net op, het was nog een beetje heiig en het was een prachtig gezicht. We kregen bij de ingang een gids mee die precies uitlegde wat de betekenis van de Borobudur was. De onderste lagen symboliseren de hel, daar waren alle slechte gewoontes van de mensen afgebeeld, gokken etc. De 3e tot de 7e laag is het gewone leven, daar staat rondom het gewone leven van Boeddha afgebeeld, en de laatste 3 lagen is het Nirvana, ofwel de hemel. Daar staan allemaal Stupa’s (een soort bellen) met Boeddha’s erin. Als je bij eentje z’n voet aanraakt en op de bovenste laag 3 rondjes loopt (met de klok mee) dan komt de wens die je gedaan hebt uit. Ik hoop het! We konden daar lekker op ons gemak rondlopen, het was heel rustig. Toen we alles goed gezien hadden zijn we richting museum gegaan. Onderweg kwamen we nog een man tegen die de bamboebuizen voor de palmsuiker uit een palmboom aan het halen was. Dat was een leuk gezicht, net een aapje. Het museum was maar klein maar wel leuk om te zien. Ze hebben de Borobudur helemaal steen voor steen afgebroken omdat ie helemaal verzakt was en daarna met behulp van een computer weer steen voor steen opgebouwd. Daar hadden ze foto’s en zo van. In een toeristen winkeltje heb ik nog een “lava-Borobudur-stupa” gekocht. Om een uur of 10 waren we weer terug in het hotel en hebben we ontbeten. Ik heb ook even naar het vliegveld gebeld om te vragen hoe het zat met de vluchten vanaf de Bromo naar Denpasar, maar dat gaat dus niet. Kees is hier ondertussen aan het proberen welke kant het water de afvoer in loopt (omdat we hier op het andere halfrond zitten, moet het volgens Kees precies de andere kant op zijn dan bij ons thuis!) conclusie: linksom! Vanmiddag om 14.00 uur gaan we naar de Prambanan tempel en morgen hebben we de bus geboekt naar de Bromo-vulkaan. We hebben vanmorgen bij het ontbeid trouwens onze eerste Lariam-pil op, ik ben benieuwd of we er last van krijgen (tot nu toe niet!). Vanmiddag hebben we even kennis gemaakt met de Indonesische “rubberen tijd” het busje kwam om 14.35 uur. Deze tempels waren niet zo indrukwekend als de Borobudur (vond ik), wel mooi om te zien. Dit waren echte Hindoestaanse tempels, ook helemaal gerestaureerd en er ligt voor nog wel 3 tempels stenen op een hoop. Daarna gingen we naar Ratu Boko, ook een tempel, het enige mooie wat daar te zien was, was de zonsondergang. Nu eerst eens wat eten want we hebben flinke honger. We hebben super-de-luxe gegeten. We zijn naar de Japanner geweest, dat is voor hier belachelijk duur (Hfl. 75,=). We hadden het luxueuste menu, vlees kip, garnalen, inktvis, andere vis, soep, groente en fruit na. Ze kwamen ons een slabbetje voorhangen en zo gauw er een slok bier uit ons glas was kwamen ze het weer bijvullen. Zo moet het dus voelen als je echt rijk bent! Net heb ik ons mam nog even gebeld. De lijn was hartstikke duidelijk en we hebben best lang gekletst. Fijn om ze weer even te horen. Nu gaan we lekker slapen, want morgen vroeg weer op.
Vrijdag, 10 mei 1996
Vandaag gaan we naar de Bromo-vulkaan, dat wil dus zeggen 10 uur met de bus. We zouden om 7.30 uur opgehaald worden maar dat werd 8.00 uur. Het was een gezellige rit! De chauffeur die ’s morgens reed was een beetje gestoord, dat zijn hier bijna alle chauffeurs, maar deze sloeg wel alles. Ik zat precies achter hem en heb dus de hele morgen vrachtauto’s en bussen recht op me af zien komen (eerste regel in Indonesië: ga nooit voor in een bus zitten!). Op een gegeven moment kreeg ie last van een kuchje, hij stikte er zowat in, maar stoppen ho maar! Na de lunch reed gelukkig een andere chauffeur en die deed het wat rustiger aan. Het was een hele rit. ’s Avonds om 20.00 uur kwamen we in het dorpje vlak bij de Bromo aan. Het eerste hotelletje was niks, het tweede nog minder en het derde was eigenlijk ook niks, maar we moesten toch ergens slapen, dan deze maar. Het kostte ook maar 10.000 rp. (Hfl. 7,50) incl. ontbeid, dat was ook wel te merken. We hadden een heel klein kamertje, een knoeperhard bed en een gat in de grond (als toilet) en een mandibak buiten. Na wat gegeten te hebben gingen we maar proberen om te slapen want we moesten om 3.30 uur op.
Zaterdag, 11 mei 1996 (onze 6e trouwdag)
Geslapen hebben we bijna niet want het was ijskoud ’s nachts, ik was blij dat het 3.30 uur was. Toen we eruit moesten deed het licht het niet dus hebben we alles met een zaklampje bij elkaar gezocht. We hebben alles wat we in onze rugzak hadden over elkaar aangetrokken, zo koud was het. Na het ontbeid, 3 friemel sneetjes brood en een klein beetje jam, kon de tocht naar de Bromo beginnen. Het was ongeveer drie kwartier lopen, het was er best druk, maar we konden ons zaklampje goed gebruiken. Op een gegeven moment kwamen we onder aan de Bromo, daar hoefden we alleen nog maar een trap op van ± 250 treden. Boven aangekomen hebben we een mooi plekje gezocht en zijn gaan zitten wachten tot de zon op kwam. Het was inderdaad een heel mooi gezicht. De krater zelf was ook heel mooi om te zien. Hij rookte nog flink. Toen de zon eenmaal op was, zijn we boven op de Bromo nog wat rond gelopen om van het uitzicht te genieten. Daarna moesten we weer snel naar beneden want de bus kwam om 8.00 uur en die moest ons naar Probolingo brengen om daar de VIP-bus naar Denpasar om 10.30 uur te halen. Dit was trouwens wel een heel romantisch begin van onze 6e trouwdag. Om 8.00 uur, geen bus! Toen zijn we maar in een minibusje gestapt, die proppen ze tjokvol. Er kunnen eigenlijk 12 personen in maar op een gegeven moment zaten er 26 mensen in. Wel leuk om een keer mee te maken. In Probolingo moesten we nog op de bus wachten. We hadden al een kaartje maar iemand anders begon weer hetzelfde bonnetje over te schrijven. Je kunt maar ergens mee bezig zijn. Als de bus zou komen, zouden twee man ons waarschuwen, dat was ook zo. Toen de bus eraan kwam, kwamen ze met z’n tweeën aansprinten om ons te wijzen in welke bus we moesten. De VIP-bus zat dus vol, alleen de achterbank was nog vrij en daar moesten wij en nog twee Denen op. Dat gaat dus niet, 4 Europeanen op 4 Aziatische stoeltjes! Maar we hebben één geluk, de reis duurt maar 8 uur! We hebben dus niet echt comfortabel gezeten. Maar ja, als we maar in Denpasar komen. Om een uur of 3 waren de bij de ferry die ons naar Bali ging brengen, ik was blij dat ik goed kan zwemmen want echt solide zag de ferry er niet uit, maar hij heeft de overkant gehaald. Na nog een zit van 2 ½ uur kwamen we dan in Denpasar aan. De tijd is ondertussen 1 uur verzet, we zijn over een tijdzone gekomen. Vanaf Denpasar zijn we met een minibusje naar Sanur gegaan. We wilden graag naar Sanur omdat daar een veilig strand is en langs een rif ligt. Ik had een hotel uit het boekje uitgezocht maar dat was te duur naar verhouding wat je er voor kreeg. Buiten het hotel stond een jongen die ons wel naar iets goedkopers kon brengen. Na 100 meter lopen hing er een klein uithangbordje “Jati Home Stay”. Ik dacht, dit word niks, maar we kwamen op een binnenplaatsje en daar stonden echte Balinese huisjes, kei mooi. De kamer zag er ook prima uit. Hij was splinternieuw, 1 ½ maand oud, en super netjes. Deze mochten we, na wat onderhandelen, hebben voor 35.000 rp. (Hfl. 26,=), meteen doen dus. Daarna hebben we wat gegeten en nog ergens wat gedronken en toen was het toch wel bedtijd.
Zondag, 12 mei 1996
’s Morgens hebben we eerst lekker uitgeslapen, dat hadden we wel nodig. Na het ontbeid (kei lekker, 4 sneetjes geroosterd brood met jam en een bordje vers fruit: 1 klein banaantje, ananas, papaja, watermeloen en galiameloen) zijn we naar het strand gegaan. Eerst hebben we even twee strandlakens gekocht want die hadden we geen meegenomen. Op het strand was het heel rustig (we zitten hier een klein beetje buiten het echte toeristen centrum). We hebben een plekje onder een boom gezocht en zijn meteen gaan snorkelen. Er zit hier echt van alles, het water stond wel heel laag, af en toe zwom je met je buik door het wier. Maar het is heel mooi. We hebben een flinke zeester gezien, een zeeslang, een zeekomkommer, koraalrif, allerlei gekleurde visjes, een rare zee-egel en nog een paar hele rare beesten die we nog nooit gezien hebben (een soort rups). Om een uur of één, merkten we dat het hier met de zon wel heel hard gaat en dat we maar beter van het strand af konden gaan. Dat was ook zo want in het hotel bleek dat we allebei onze rug al goed verbrand hadden. Na een lekker frisse douche (we hebben alleen koud water) zijn we hier Sanur gaan verkennen. Ondertussen hebben we bij diverse duikscholen en dagtripwinkels informatie opgevraagd om eens te kunnen vergelijken. Ik heb ook nog een leuk wikkelrokje gekocht voor 11.000 rp. (Hfl. 8,25). Bij een flinke pot bier hebben we alle folders vergeleken en we hebben gekeken wat we op het eiland allemaal willen gaan zien. ’s Middags had ik op een uithangbord gezien dat er ergens Legong-dansen was, dat wilde ik graag eens zien, dat is een echte Balinese dans. Het bleek in een heel mooi restaurant te zijn en we konden tijdens het eten naar het dansen kijken. We kregen eerst allebei een bloem in ons haar. We hadden allebei toevallig saté besteld en dat werd opgediend op een klein barbecuetje met hete houtskooltjes erin, kei leuk. Het dansen was heel mooi om te zien, het was allemaal heel exotisch. De meisjes bewogen alles precies tegelijk en het zag er heel sierlijk uit. Op het eind ben ik voor de foto ook nog eventjes op het podium geweest, ik vond dat eerst wel voor gek, maar Kees zei ook: “Je kent hier toch niemand en thuis heb je dadelijk een leuke foto.” Dat was dus ook wel zo. Na het eten hebben we nog een tropische cocktail gepakt. Dit is echt een droomvakantie, welterusten!
Maandag, 13 mei 1996
’s Morgens zijn we eerst naar Denpasar gegaan om daar wat rond te kijken. Eerst naar de “pasar” (de markt), dat was een hele overdekte markt waar ze van alles verkochten, vis, vlees, groente, fruit etc., dat was heel leuk om te zien, zoals elke markt leuk is om te zien. Verder was er eigenlijk weinig te beleven in Denpasar, we hebben wat grote winkels bekeken en ik heb een heel leuk pakje gekocht. Daarna hebben we bij McDonalds (alweer!) wat gegeten en zijn we met de taxi terug gegaan naar Sanur. In Sanur hebben we in het Bali Beach Hotel onze terugvlucht met Garuda herbevestigd en meteen plaatsen besproken in het vliegtuig, bij het raampje en bij de exit (dat was een goeie zet van Kees). Ik ben benieuwd of we ook werkelijk op die stoelen komen zitten. Daarna zijn we bij de duikschool een duik wezen bespreken. We wilden eerst eigenlijk bij Nusa Penida gaan duiken omdat dat vlakbij is, maar het bleek daar te gevaarlijk te zijn i.v.m. de stroming en onze weinige duik ervaring. We konden volgens hen beter naar Tulamben gaan. Daar ligt een heel groot oorlogsschip en dat was makkelijker voor ons, zeiden ze. Dus dat hebben we geboekt voor morgen. Daarna zijn we weer terug gewandeld naar ons hotel en zijn we naar het strand gegaan. Op het strand hebben we een bootje gehuurd en die heeft ons naar een mooi snorkelplekje gebracht. Daar zaten al flink wat gekleurde vissen, maar het was door de stroming niet zo erg helder. Onderweg naar het hotel kregen we een foldertje van een restaurant, daar was het kreeftmenu in de aanbieding, drie keer raden wat wij ’s avonds gegeten hebben! Kei lekker, alleen de kreeft had wat groter mogen zijn, maar het was echt heel lekker. Ondertussen was het flink gaan regenen dus hebben we nog maar een biertje extra gepakt en wat gebuurt met de obers.
Dinsdag, 14 mei 1996
Vandaag is het zover. We gaan duiken! Om 7.30 uur worden we opgehaald met een busje. Er gaat een divemaster mee en die begeleidt ons ook tijdens onze duik. Na 2 ½ uur rijden komen we in Tulamben aan. Onderweg was het landschap trouwens prachtig, je kijkt je ogen uit. Af en toe is het net alsof je door een film rijdt, zo mooi. In Tulamben ligt een Amerikaans oorlogsschip van 110 meter lang. Het schip ligt vlak langs het strand, dus we kunnen zo vanaf de kant de zee in. De duikflessen worden voor ons van de auto naar het strand gedragen door vrouwen, op hun hoofd!!! De eerste duik was nog wat onwennig omdat het toch al weer een tijd geleden was dat we gedoken hadden. Maar wat we allemaal zagen was prachtig. Roggen, allerlei gekleurde vissen, koraal, noem maar op. De vissen zwommen op 20 cm afstand langs, kei mooi. De eerste duik was toch wel snel voorbij, ook wel omdat je nog veel met je metertjes en zo bezig bent. Toen we boven kwamen stond de lunch al klaar. Bami goreng (met levende mieren) en een banaantje, heel lekker. Na een pauze van een uurtje gingen we weer naar beneden. Deze keer ging het allemaal veel soepeler en konden we meer genieten van de dingen die we zagen. De divemaster had brood meegenomen in een flesje en die hebben we gevoerd aan de vissen, we moesten wel uitkijken dat ze niet in onze vingers gingen hangen, maar het was kei leuk om te zien. Het waren flinke vissen en ze zaten helemaal rond m’n hoofd, het waren er wel 20 of 30 en ze waren ± 40 cm. groot. Daarna zwommen we rustig verder en hebben we nog een napoleon vis gezien. Deze duik ging al weer een heel stuk beter dan de eerste. Het was in ieder geval heel indrukwekkend om allemaal te zien en zeker de moeite waard. Na ons afgespoeld en omgekleed te hebben gingen we weer richting Sanur. Onderweg was ook een lust voor het oog, maar daar zien we morgen meer van, want dan hebben we de hele dag een auto met chauffeur gehuurd.
Woensdag, 15 mei 1996
Vanmorgen weer vroeg op want om 8.00 uur zou onze chauffeur er zijn, hij was er zelfs om 7.45 uur. Wel heel uitzonderlijk voor een Indonesiër. Eerst gingen we naar een plaatsje waar ze zilver en goud bewerkten. Het eerste adres was niet veel aan, maar het tweede was al een stuk leuker om te zien en daar heb ik ook een ringetje gekocht. Daarna gingen we naar een Barongdans. Die was wel voor toeristen maar wel op de manier gedaan als het ook hoort. Wel leuk om te zien, we kregen er gelukkig een Nederlandse uitleg bij, want dat was wel nodig. Deze dans duurde ongeveer een uur. Daarna gingen we naar Mas. Daar wonen allemaal houtbewerkers. Bij het eerste tentje hadden ze alleen moderne dingen, maar er tegenover zaten ze echt heel mooi houtsnijwerk te maken, er zat ook een gigantische winkel bij. Kees had een heel mooi beeldje gezien (waar ik niet zo weg van was!) maar die was nogal duur. (Ik moet nu van Kees opschrijven dat ik gewonnen heb!) Toen we daar alles gezien hadden zijn we naar Ubud gegaan. Dat viel echt tegen. De bedoeling was om hier een paar dagen naar toe te gaan maar we hadden het in een half uurtje wel bekeken. Na de lunch zijn we bij een (afgelept) tempeltje wezen kijken. Het was er snikheet en eigenlijk was er niet veel te zien. Toen maar door naar Klung Klung, dat was wel aardig. Er was een open rechtzaal en een relaxruimte voor de koning en een museum. Was allemaal wel leuk om te zien. Ondertussen hebben we ook nog even naar Moeder v. Rooij gebeld. Die kwam net uit de douche en stond in d’r blootje aan de telefoon. Ondertussen was het ± 16.00 uur geworden en wij wilden toch eigenlijk ook nog naar Tanah Lot, de watertempel. Dat kon geregeld worden, Made, onze chauffeur, zette het op een scheuren. Maar helaas, het was bewolkt dus geen zonsondergang bij Tanah Lot (was trouwens één grote toeristen kermis!). Wel heeft Kees er een houtsnijwerkje gekocht. Net zoiets als we vanmorgen gezien hebben, allen dan 3 maten kleiner en niet zo mooi afgewerkt. Het was wel van Sandlewood, maar niet zo duur. We hebben er uiteindelijk na wat onderhandelen, 110.000 rp (Hfl. 82.50) voor betaald. Dat ging nog wel. Ondertussen was het donker geworden en gingen we weer terug naar Sanur. Onderweg kwamen we allerlei mensen tegen met enorme “offers” op hun hoofd. Het bleek vandaag een feestdag te zijn, speciaal voor te bidden en te offeren. Wel heel leuk om te zien. Toen we onze rugzakken ingepakt hadden zijn we bij de chinees gaan eten, was niet super. Nu gaan we vroeg naar bed, want morgen gaan we naar Lombok.
Donderdag, 16 mei 1996
’s Morgens om 7.00 uur zijn we vertrokken richting busstation in Denpasar. Made, de chauffeur die ons gisteren heeft gereden, heeft ons er heen gebracht. We moesten met de bus naar Padangbai, want van daaruit vertrekt de ferry naar Lombok. Om 7.30 uur zaten we dus in het busje dat pas om 8.30 uur en 14 man later vetrok. Het zweet droop voort van ons lijf, het was een warm uurtje. Maar om 9.55 uur waren we bij de boot die om 10.00 uur vertrok, hollen dus voor kaartjes en om op de boot te komen. Maar we hebben het gehaald. Het water was hartstikke wild en binnen een half uur liepen er al 4 te kotsen (gezellig!). Maar na verloop van tijd werd de zee wat rustiger en ging het beter. Na 4 ½ uur varen kwamen we aan op Lombok. Daar zijn we eerst naar de “Toerist-Info” gegaan en hebben we gevraagd hoe we het beste op Gili Trawangang konden komen. We wilden proberen zover mogelijk te komen vandaag zodat we morgen met de boot naar het eilandje zouden kunnen. We moesten dus weer in een bemo-busje met 16 man erin om naar Bangsal te gaan. Dat kon niet rechtstreeks, we moesten een keer in een ander busje overstappen maar die ging vrij vlot door. Dat ritje ging helemaal door de bergen, vol met palmbossen en langs de weg zaten wel 100 aapjes (die hadden we in Bali ook al op de weg gezien) maar hier zat het echt helemaal vol. Kei leuk! Vlakbij Bangsal moesten we in een paardenwagentje overstappen, die zou ons naar het haventje brengen. Daar aangekomen zagen we al meer “trekkers” staan. Dus er was goede hoop dat we vandaag nog met de boot mee zouden kunnen. Op een gegeven moment waren er 10 mensen die naar Gili Trawangang wilden, dus hebben we met z’n tienen een boot gecharterd voor 2100 rp. p.p. Het was nog een hele toer om in het bootje te komen omdat die gewoon in de branding lag, dus schoenen uit en met de broek door het water. Ondertussen was het al half 6 en we hadden dus veel geluk dat we voor het donker op het eiland aan zouden komen. Na een half uurtje waren we er. Daar stonden ook weer paard en wagen klaar (het enige vervoermiddel op het eilandje) om ons naar een hotel te brengen. Het eerste wat we zagen was meteen goed. Het was ook een los huisje met een grote kamer, flinke badkamer en het zag er schoon uit. Ze vroegen 30.000 rp. en uiteindelijk hebben we het voor 25.000 rp (Hfl. 18,75) incl. ontbeid. Na eerst een frisse douche zijn we wat gaan eten en toen vroeg naar bed. Maar slapen viel niet mee, het is hier snikheet, je zwemt je bed uit. We hebben wel een ventilator, maar dat duurde even voor we die zo hadden staan dat het goed was. Ondertussen was er trouwens ook nog een kakkerlak een bad aan het nemen in onze badkamer, maar ja, we zullen het maar op de charme van het eiland houden. In ieder geval zijn we vandaag al een heel eind verder gekomen als dat we hadden durven hopen, en het ziet er hier verder allemaal goed uit.
Vrijdag, 17 mei 1996
Vanmorgen zijn we op ons gemak over de “boulevard” gelopen. Dat is hier een zandpad met wat winkeltjes. Bij de verschillende duikscholen hebben we wat informatie gevraagd over de prijzen en zo. Er zat er één tussen en daar zag het er allemaal prima uit en die was ook nog een stuk goedkoper dan de andere. Ze geven er een Advanced cursus voor $ 180,= (dat is ongeveer Hfl. 300,=) incl. alle spullen en de pick-envelop. Dus hebben we maar besloten om hier de Advanced cursus te gaan doen (dat is meer dan de helft goedkoper dan in Nederland). We hebben de boeken al meegekregen (in het engels) en we moeten de 1e drie hoofdstukken lezen. Morgenmiddag om 4 uur krijgen we uitleg over het wiel. Verder hebben we heerlijk op het strand gelegen en hebben we gesnorkeld. Het lijkt wel een sprookje hier, zo mooi is het. Er zijn hagelwitte stranden met palmbladeren afdakjes, fel blauw water en onder water is één groot tropisch aquarium. Je weet niet wat je ziet, zo mooi. We hebben nu al besloten om hier de rest van de vakantie te blijven. ’s Avonds zijn we in het restaurant naast ons hotel wezen eten, heerlijk! Daar zaten ook een paar maffe Zwitsers, daar hebben we een tijd mee zitten buurten en zijn we later mee naar de disco gegaan, en we zijn flink doorgezakt.
Zaterdag, 18 mei 1996
’s Morgens: hoofdpijn en misselijk. Oorzaak: Bintang-bier!!!! We zijn op het strand gaan liggen om wat bij te komen, in de loop van de dag ging het ook wel beter. Ondertussen hebben we de PADI-Advanced-cursus liggen lezen. Om 4 uur zijn we naar de duikschool gegaan, Blue Coral Diving, en daar heeft Henni, onze leraar, het wiel helemaal uitgelegd en hebben we de multi-level duik voor morgen geplant. Ook hebben we onze spullen, die we voor de cursus nodig hebben, allemaal uitgezocht en bij elkaar in een krat gedaan. Omdat we allebei flinke honger hadden zijn we vroeg gaan eten, kei lekker, ikke Soto Ayam (soort kippensoep), kip in chilisaus en fruitsalade en Kees had tomatensoep, friet met saté en ook een fruitsalade en dat alles voor 17.000 rp. (Hfl. 13,=) en 2 cola’s ook nog. Hier houden we het wel een weekje vol denk ik!
Zondag, 19 mei 1996
Vandaag hebben we twee duiken gedaan. Allebei voor onze advanced cursus. Eerst een multilevel-duik, bij “shark-point”. We hebben ook een echt haai(tje) gezien. ’s Middags heeft Henni eerst van alles over de verschillende vissen en vissensoorten uitgelegd en daarna zijn we een vis-oriëntatie-duik gaan maken. Ook kei leuk. Het duiken gaat al een stuk relaxter als van tevoren en we doen nu ook al veel langer met onze lucht. ’s Avonds zijn we wat gaan eten en hebben we in het restaurant even naar een film zitten kijken en toen zijn we vroeg naar bed gegaan. Oeps, tussenin zijn we ook nog het eiland rondgelopen en hebben we aan de andere kant de zonsondergang gezien. (we zijn actiever geweest als ik dacht!)
Maandag, 20 mei 1996
Vandaag is onze laatste advanced cursus dag. We moesten vanmorgen toch vroeg op dus zijn we nog maar iets eerder opgestaan om de zonsopkomst te kunnen zien. Was mooi om te zien. Er sprong ook nog een barracuda 3 keer uit het water omhoog, dat was een flinke vis. De eerste duik was de diepe duik, we gingen naar 30 meter. Boven water hadden we 5 knoopjes in een touw moeten leggen en dat moesten we op 30 meter nog een keer doen, om ons reactievermogen te testen. Bij mij was het allebei de keren precies 17 seconden. De tweede duik moesten we op kompas zwemmen, dat ging ook allemaal prima, we hebben nog een murene en een zeeschildpad gezien. Dit was echt een mooie duik. Tussenin hebben we even naar huis gebeld naar Moeder v. Rooij. Dat wilden we al een paar dagen langer maar de telefoon was kapot. Vanavond om 17.00 uur krijgen we onze laatste duik van de cursus “de nachtduik”. Ik ben benieuwd. Nou dat is een nacht- en een drikftduik in één geworden. Er stond kei veel stroming en dat in het donker was wel een beetje eng. Later toen het wat rustiger water werd, was het wel heel leuk. We hebben een hele grote zeeschildpad van heel dichtbij gezien (± 1 ½ mtr.). Twee roggen en een kogelvisje (opgeblazen en wel). Kees had ook nog een hele grote crab gezien, maar ikke niet. Nou, onze advanced-cursus zit erop en we krijgen ons brevet morgen. Misschien tijdens een barbecue, als Henni een grote vis aan kan komen. We zullen zien. Nu eerst lekker eten, dat gaat er wel in en dan wederom vroeg naar bed.
Dinsdag, 21 mei 1996
Vandaag hebben we de hele dag heerlijk aan het strand gelegen. Van half 10 tot 5 uur. Om 7 uur moeten we bij de duikschool zijn om onze logboeken en pick-enveloppen op te halen en om te barbecuen. Henni had een grote vis geregeld dus dat zal best gezellig worden. Echt supergezellig was het niet maar het ging wel, op het eind hadden we allebei nog flinke honger dus hebben we maar een pak koekjes gekocht.
Woensdag, 22 mei 1996 (opa jarig)
Vanmorgen zijn we weer gaan duiken. Jennie (een Zweeds meisje) was met ons mee gegaan. De eerste duik was op Shark-point. Daar hebben we nu 3 haaien gezien, echt van heel dichtbij (± 5 mtr) ze waren wel 1 ½ tot 2 meter groot, ze waren heel rustig en je kon ze op je gemak bekijken. Dit was echt een leuke duik. Tussenin zijn we lekker gaan eten en om 13.00 uur gingen we voor onze 2e duik naar Coral Fun Garden. Daar hadden ze gisteren een mantarog gezien en we hoopte dat we hem vandaag weer zagen, maar dat was dus helaas niet zo. Wel hebben we vanuit de boot dolfijnen zien springen en tijdens de duik hebben we 3 verschillende koraalduivels gezien, kei leuk. Ook dit was een goeie duik. Na het invullen van onze logboeken zijn we nog een paar uur op het strand gaan liggen. Daarna zijn we gaan douchen en hebben we naar ons mam gebeld, gelukkig kwamen we er vlot door. Alles was oké thuis, gelukkig. Tijdens het eten hebben we “Breave Heart” zitten kijken (met Mell Gibson), goeie film, hij duurde wel lang, ik kon m’n ogen bijna niet open houden, dus nu maar snel slapen.
Donderdag, 23 mei 1996
Ik ben vandaag alleen gaan duiken. Kees kreeg vannacht last van z’n oor, ik denk dat het een beetje ontstoken is. Dus kon hij niet duiken. Vanmorgen zijn we eerst naar Stingray-reef (roggen-rif) gegaan. Daar heb ik van heel dichtbij een haai gezien, ik denk van ± 1 ½ meter. Het was best een flinke met een klein visje op z’n rug. Ook hebben we nog een klein haaitje en 2 roggen gezien. Tussenin zijn Kees en ik wat gaan eten en ’s middags is Kees op het strand gaan liggen (’s morgens was ie met de boot meegegaan om foto’s te maken). Deze keer gingen we weer naar Coral Fun Garden. We hebben niet echt iets spectaculairs gezien, alleen maar mooi rif en vissen. En ik had m’n vinger opengehaald aan het koraal (gaat ook wel weer over!) Na het duiken ben ik bij Kees op het strand gaan liggen en hebben we besloten om toch maar morgen naar Bali te gaan. Dus hebben we hier bij ons hotel “Dua Sekawan 2” (twee vrienden) geld gewisseld, bus- boottickets gekocht en het hotel betaald. Dit wordt dus ons laatste avondje op Gili Trawangan (snik!)
Vrijdag, 24 mei 1996
Vanmorgen om 8.00 uur zijn we met een bootje vertrokken van Gili Trawangan. We hebben de snelle weg gekozen, n.l. met de shuttle-boot. Eerst gaan we met een busje naar de haven en dan is het nog 2 uur varen. Dan komen we wel vlakbij Kuta uit. Om 14.00 uur waren we in Kuta. Het eerste hotel was niet naar onze zijn dus zijn we verder gaan zoeken. Dat viel niet mee, of het was goedkoop en niks of het was duur en wel iets. We hebben dus maar duur gepakt. We hebben nu een super-de-luxe hotel, het “Bounty-hotel”, met alles erop en eraan. TV, föhn, minibar, noem maar op. Als eerste zijn we, toen we hier aankwamen, naar een dokter voor Kees gaan zoeken. Hij stikt van de oorpijn. Via het hotel hebben we het adres gekregen van een dokter. Die heeft naar Kees z’n oor gekeken en dat was flink ontstoken. Hij heeft antibiotica en oordruppels gekregen, het is te hopen dat het snel gaat werken. Voor 50.000 rp. (Hfl. 35,=) waren we klaar. Daarna zijn we weer rustig terug gelopen en onderweg een pizza gegeten en een jurkje gekocht. Toen hebben we in het hotel de film “Caspar, het lieve spookje” liggen kijken. Na een frisse douche zijn we Kuta nog even rondgelopen en weer wat gegeten. Bij een disco, gebouwd als een heel groot schip, hebben we wat gedronken en toen zijn we naar bed gegaan.
Zaterdag, 25 mei 1996
Onze 1-na laatste dag in Indonesië. Wat is deze vakantie omgevlogen. Het was ook de beste en mooiste die we ooit gehad hebben. Maar we zullen er nog 2 daagjes van genieten. Vanmorgen zijn we eerst hier om de hoek gaan ontbijten (dat was niet bij de prijs van 76.000 rp per nacht inbegrepen!) We konden het erbij kopen voor $ 6,= en om het hoekje hadden we een luxe ontbeid voor 4000 rp (Hfl. 3,=). Daarna zijn we lekker aan het zwembad gaan liggen. Kees had ondertussen het onderwater fototoestelletje weggebracht voor te ontwikkelen, maar die foto’s vielen tegen. Ze waren lang zo mooi niet van kleur als dat we verwacht hadden. Dat weten we dus ook weer. Na het zonnen zijn we bij de McDonalds wat gaan eten en zijn we op souvenir jacht gegaan. Voor ons Ing (en mij) heb ik een rieten tas gekocht. Ook nog een wikkelrokje voor m’n eigen en een lange voor ons mam. Voor oma (en voor mij) heb ik een beeldje gekocht van hoorn. Voor ons pap een Bali-pet en Kees heeft een paar hardloopschoenen gekocht. Zo kan ie wel weer dacht ik. ’s Avonds zijn we na het eten even naar het “Bali Hardrock Café” geweest, niet te lang, want Kees had last van z’n oren. We hebben er natuurlijk een Hardrock Café T-shirt gekocht (voor de verzameling).
Zondag, 26 mei 1996
De laatste dag in Indonesië. We hebben hier in het hotel geregeld dat we toto 18.00 uur op de kamer mogen blijven. Om ± 19.00 uur moeten we op het vliegveld zijn. Dus voor de middag kunnen we nog lekker aan het zwembad gaan liggen zonnen. Dat hebben we dus ook gedaan. Om een uur of twee zijn we naar de kamer gegaan om de rugzakken in te pakken, toen we dat gedaan hadden, hebben we een pizza gegeten en zijn we Kuta nog even door gewandeld. Ik heb nog 2 leuke jurkjes gekocht. Vanaf het hotel hebben we een taxi naar het vliegveld gepakt, dat was niet zo ver. Daar konden we meteen inchecken en de zitplaatsen waren al geregeld, stoel 50a + 50b, bij het raampje en de nooduitgang! Het vliegtuig had een half uurtje vertraging, maar om 21.30 uur gingen we. We vlogen eerst naar Singapore daar hadden we een tussenlanding en mochten we even uit het vliegtuig. Van Singapore gingen we naar Zurich in Zwitserland, het was 10.615 km vliegen, of te wel 12 ½ uur achter elkaar, een hele zit. ’s Nachts hebben we best goed geslapen en dat scheelt want dan schiet de tijd harder op. In Zurich was het hartstikke bewolkt en het regende, net Hollands weer! Daar moesten we in het vliegtuig blijven zitten en na een klein uurtje gingen we op weg naar Amsterdam. Dat was 1.10 uur vliegen. Om 9.52 uur zijn we geland op schiphol, precies op tijd. Bij de kofferband stonden ons pap en mam al te wachten en na ongeveer een kwartier hadden we onze rugzakken en was de vakantie afgelopen. Eerst hebben we onze rugzakken even in de auto gelegd en toen zijn we op schiphol even rond gaan kijken, want dat hadden ons pap en mam nog nooit gezien. In het restaurant hebben we koffie met appelgebak op, (het eerste bakje koffie in 4 weken). En toen op weg naar huis. Even langs moeder v. Rooij om onze huissleutel op te halen en toen door naar ons huisje. Het stond er nog! (en de auto ook!). Toen we de rugzakken uitgepakt hadden en de souvenirs verdeeld, kwamen Francine en Adje nog even langs. Daarna zijn we met ons pap en mam bij de Griek gaan eten en daarna zijn we naar Kees thuis gegaan. Daar moest natuurlijk ook alles uitgebreid verteld worden. Om 20.00 uur zijn we naar huis gegaan en om 21.00 uur waren we allebei zo moe dat we naar bed zijn gegaan.
Al met al was het een supervakantie. Het was echt geweldig en we zijn er allebei van onder de indruk, maar helaas zit het er weer op en moet ik over 10 minuten weer gaan werken, het is ondertussen dinsdag, 28 mei 1996 EINDE SUPERVAKANTIE INDONESIË