2016 – Japan

Omdat Japan nog steeds bovenaan onze favorietenlijst stond hebben we besloten om dit jaar weer terug te gaan naar Japan. Vorige keer, in 2008, waren we er in het voorjaar en hebben we volop kunnen genieten van de kersenbloesem en nu gaan we in het najaar, zodat we de beroemde herfstkleuren van Japan kunnen bewonderen. Op 14 oktober zijn we vertrokken en hieronder volgt ons reisverslag.

Nagoya
We zijn via Helsinki met FinnAir naar Nagoya gevlogen. Het was opvallend druk op het vliegveld van Helsinki, het is echt een overstappunt (en als je dacht dat Schiphol duur was, ga dan maar eens naar Helsinki!) 
Op de minuut af op tijd, zijn we geland in Nagoya en daar ging alles supersnel. Binnen een half uur waren we door de douane en hadden we onze koffers al. We hebben een treinkaartje naar de stad gekocht en daarna moesten we nog een stukje met de metro.
Ik had thuis via Street View al gekeken hoe we moesten lopen, dus we waren zo bij ons hotel. Omdat het nog ’s morgens vroeg was konden we nog niet op de kamer. We konden wel onze koffers in de lobby achterlaten en toen zijn we de stad in gegaan.
Dit weekend was er in Nagoya een traditioneel festival en we hadden geluk want één straat achter ons hotel zou de parade voorbij gaan komen. Drie uur daarvoor zaten er al mensen langs de route te wachten, maar dat vonden wij toch wat te dol. We zijn lekker wat gaan eten, een goeie kom ramen (= Japanse Noodle Soup) en dat was lekker. We zijn ook nog langs een heel modern, bolvormig gebouw gekomen, dat was een museum.
Nagoya
Om een uur of twee werd het tijd om langs de route te gaan staan en daar stond het ondertussen al rijen dik. De optocht begon met de plaatselijke fanfare, de marionetten, wat bloemenpraalwagens en als klapper een paar ‘echte’ Disney wagens. Toen die voorbij kwamen gingen alle Japanners los met hun fototoestel. Wij hadden zoiets van ‘is dit het nu’, maar gelukkig kwamen hierna de meer traditionele groepen, samoerai in mooie kleding, en groepen in traditionele pakken en aparte muziekinstrumenten, b.v. een grote schelp en ook nog geisha’s. Na een paar uur was de optocht voorbij. Her en de in de stad waren ook locaties waar allemaal eetkraampjes stonden en daar zijn we toen naar toe gegaan. De meest vreemde dingen komen daar voorbij, soms helemaal onherkenbaar voor ons. We hebben wat deegballen met groente en inktvis geprobeerd, maar die waren niet zo. De sfeer was wel supergezellig, overal eetkraampjes en tafels waar mensen volop zaten te eten en drinken, heel sfeervol.
Hier in Japan heb je hele kleine cafeetjes (waar maar een man of tien in kan of zo) en daar kun je dan wat drinken en een kleinigheidje eten. Wij hebben er lekker een saké-tje en een pilsje gepakt om de eerste dag goed af te sluiten. Toen we dat op hadden vielen we ook wel voort zo’n beetje om en zijn we stikmoe ons bed ingedoken.
 
De tweede dag van het festival begon ’s morgens al. Wij dachten dat de optocht vandaag hetzelfde zou zijn, maar dat was helemaal niet zo. Vandaag was de optocht veel uitgebreider, er deden nu ook hele mooie oude praalwagens mee. Die verzamelde allemaal op een groot plein en daar werd per wagen een soort show gegeven. Bovenop de wagens staan een soort poppen en onderin de wagens zitten mensen muziek te maken. Tijdens zo’n show gaan de poppen bewegen. Wij hadden zoiets al eens ooit gezien op het festival van Takayama. 
Na de grote praalwagens kwamen de wat kleinere, deze waren helemaal verguld en bewerkt met beeltenissen, supermooi. 
Toen we deze gezien hadden was de rest van de optocht hetzelfde als gisteren dus zijn we verder de stad ingegaan. Onderweg nog wat verschillende hapjes geprobeerd, Kees een hele inktvis en ik een soort koolschotel met ei en kruiden, was allebei wel lekker.
We zijn op ons gemak naar Nagoya Castle gelopen, een heel mooi kasteel. Na de entree kwam je bij een gebouw dat vroeger diende als ontvangstruimte voor de mensen die op bezoek kwamen in het kasteel. Ik had er niet veel van verwacht, maar dat was mooi!
Grote (lege) ruimtes met tatami matten op de vloer en met goud bewerkte muren. Dit klinkt heel kitsch maar dat was het niet, het was allemaal heel stijlvol, supermooi.
Daarna door naar het kasteel, dat is aan de buitenkant heel mooi, maar binnenin is het niet meer echt oud. Op iedere verdieping is wat anders te zien, maquettes van het kasteel, kunst, oude gebruiksvoorwerpen etc. Op de bovenste etage had je rondom een mooi uitzicht over Nagoya.
Het was ondertussen alweer 17:00 uur geworden en het kasteel ging sluiten, saké-time!
Na het saké-tje zijn we naar het station gelopen want ik had thuis al ontdekt dat er een ‘Din Tai Fung’ in het station zat. Bij dit restaurant zijn we vorig jaar in Taiwan verschillende keren dim-sum wezen eten, ze hebben zelfs een Michelinster. Dus daar wilde ik hier wel weer haar toe. Zo gezegd, zo gedaan, en het was weer verrukkelijk.
We waren nog niet helemaal over onze jetlag heen, dus ook vandaag maar vroeg ons bed ingedoken.
 
Toyota
De volgende morgen hebben we de trein gepakt naar de plaats Toyota. Daar gaan we vandaag de Toyota fabrieken bezoeken. We wilden hier vorige keer ook al naar toe, maar toen bleek dat je drie maanden van de te voren een reservering moest maken. Dat hebben we nu dus maar gedaan. We waren er ruim op tijd en werden al buigend ontvangen (iedereen is hier zo netjes en vriendelijk). We hebben een uurtje rondgekeken in het museum wat er bij zat en om 11:00 uur moesten we ons verzamelen. 
Als ik aan de Toyota fabrieken dacht had ik een hypermoderne, witte hal met robots in gedachten, maar niets was minder waar. Na een bustochtje van een kwartier kwamen we aan bij een (asbest) gebouw van 70 jaar oud en hier werden ze in elkaar gezet, de allernieuwste Toyota’s. Ze hebben er nu al zelfs één in productie die op waterstof loopt.
We kregen vandaag te zien hoe een lege carrosserie langzaam gevuld wordt tot een hele, kant en klare auto. Ondanks dat het gebouw oud was, was de techniek wel goed doordacht, alles en iedereen is totaal op elkaar ingespeeld. De hele lopende band werkt perfect. Aan het einde rijden de auto’s bij wijze van spreken zo de fabriek uit.
Na een paar uur was de tour afgelopen, was heel interessant om een keer gezien te hebben. 
Na de tour zijn we weer terug gegaan naar Nagoya en hebben daar onze JR Railway Pass laten activeren. Deze pass kun je als toerist kopen, je moet dit wel thuis al regelen, als je hier eenmaal bent, dan gaat dat niet meer. Je kunt zo’n pass kopen voor 7- 14- of 21 dagen en dan kun je onbeperkt met alle JR treinen mee, ook de supersnelle Shinkansen treinen. Wij hebben een pass voor 21 dagen gekocht en die gaat volgende week zondag in, de eerste week moeten we dus zelf onze kaartjes kopen.
 
Magome en Tsumago
De volgende ochtend hebben we Nagoya achter ons gelaten en zijn we naar Magome gegaan. Dit is een oud traditioneel plaatsje dat in de bergen langs een oude postroute ligt. Van oorsprong waren er rond de 80 van dit soort plaatsjes helemaal van Tokyo de bergen in. Magome en Tsumago zijn nummer 42 en 43 op de route en zijn nog helemaal zoals het vroeger ook was. Magome ligt helemaal in de bergen en wij hebben midden in het plaatsje een traditionele ryokan (= herberg) geboekt. Als je bij zo’n ryokan binnenkomt moet je je schoenen uit doen en krijg je slippertjes. We hadden een kamer met tatami matten en een futon op de grond en iedereen loopt er in z’n kimono.
We waren al lekker vroeg in Magome en zijn toen gaan wandelen naar Tsumago. De route is in totaal 7.8 kilometer en is heel afwisselend. Eerst loopt je een stuk door de bossen naar boven, tot je het hoogste punt van 801 meter bereikt en vanaf daar ga je naar beneden. Onderweg kom je regelmatig beren-bellen tegen, die hangen er om de beren op afstand te houden!
De route is echt supermooi, door bossen, langs huisjes en ook langs een gratis drink post, daar kreeg je een kopje groene thee aangeboden en wat snoepjes. We hebben onderweg geen beren gezien, maar wel 3 slangen (1 flinke en twee kleinere) die zaten er dus genoeg.
Om een uur of half 3 waren we in Tsumago en dat is ook al zo’n mooi oud plaatsje, al moet ik zeggen dat ik Magome mooier vind.
Laat in de middag zijn we met de bus weer terug gegaan naar Magome.
’s Avonds werden we in kimono aan de traditionele maaltijd verwacht, wat zag er dat mooi uit zeg, echt een feestje. Allemaal kleine schaaltjes met kleine hapjes erin en een klein bbq-tje waar de soep op klaar werd gemaakt, echt super.
We kregen die avond ook nog uitleg over een oude samoerai dans de we zelf ook mee mochten doen, buiten op straat rond een lantaarn met echte Japanse houten slippers, dat voelde heel apart. Dit was echt een superdag!
De volgende morgen kregen we ook nog eens zo’n uitgebreid ontbijt, dat is wel even wennen hoor, ’s morgens aan de rijst en de gerookte vis en zeewier, maar het was wel lekker.
 
Matsumoto
Met de trein zijn we verder gegaan naar Matsumoto, dit is een vrij grote plaats die rondom omgeven is door de bergen van de Japanse alpen.
’s Avonds zijn we naar een openbare onsen gegaan, Hot Plaza. Een onsen is een Japanse bad gelegenheid met (heet) water uit een geiser of een warmwaterbron. De hoeveelheid mineralen in het water kan variëren. Aan het water worden soms genezende eigenschappen toegekend. Maar wij vinden het vooral heel lekker, en heel ontspannend.
De dames en de heren gaan in hun blootje in gescheiden baden. Aan de rand van het bad staan allemaal kleine krukjes en lage douches en het is de bedoeling dat je daar eerst heel goed wast en dan pas het warmwaterbad is gaat. Bij deze onsen was ook nog een mooi bad buiten, heerlijk.
De volgende dag zijn we naar de hoofd attractie gegaan, het Matsumoto Castle. Dit kasteel is nog wel helemaal zoals het hoort te zijn, met een mooie houten binnenkant die nog helemaal in tact is.
 
Shin Hotaka en Kamikochi
Omdat we de Japanse Alpen in wilde en dat dat met het openbaar vervoer niet zo makkelijk ging, hebben we voor de komende 3 dagen een auto gehuurd.
Dus hebben we bij Nissan onze auto opgepikt en zijn we richting Shin Hotaka gaan rijden, de weg hier naartoe was prachtig. De bomen beginnen hier al volop herfstkleuren te krijgen, echt super.
We hebben weer een ryokan geboekt, vlakbij de Shin Hotaka Ropeway (kabelbaan). Deze ryokan ligt aan de rivier en heeft ook een onsen die half in de rivier ligt en over de rivier uit kijkt, helemaal geweldig. We hadden ook weer zo’n mooie kamer. ’s Avonds zijn we in onze kimono’s weer op pad gegaan en hebben we heerlijk onder de sterrenhemel in de onsen gelegen.
De volgende morgen zijn we met de kabelbaan naar boven gegaan. We hebben een enkeltje genomen want we gaan naar beneden lopen!
De rit in de kabelbaan was adembenemend, je keek uit over de alpen en in de verte lagen de toppen van de bergen nog in de wolken, prachtig gewoon, we kwamen uiteindelijk op 2156 meter hoogte uit.
Daar was een uitzicht plateau en vanaf daar startte onze wandel (nou ja, wandel) route.
We moesten eerst ruim 1 uur (2km) klimmen naar een berghut en vanaf daar 2 1/2 uur (4 km) naar beneden en dan komen we uit in Kamikochi National Park. Nou het was een hele klim en klauterpartij, pfff, dat zijn onze Nederlandse benen niet gewent, het ging steil omhoog en daarna weer steil naar beneden. Maar het was wel Prachtig!!! Onderweg hadden we zo’n mooi uitzicht en we gingen door bossen met bamboe en hele hoge, oude bomen, super.
We waren uiteindelijk toch wel blij dat we beneden waren en effe ‘gewoon’ konden lopen. Kamikochi was ook heel mooi. Het ligt helemaal tussen de hoge bergen vol met herfstkleuren en een blauwe rivier er dwars doorheen. Ook hier hebben we nog een tijd rondgewandeld en zijn toen tegen de avond met de bus weer terug gegaan naar onze ryokan. Nu waren de onsen een weldaad voor onze vermoeide spieren.
 
Yudanaka Onsen
We hadden afgesproken om onze auto op een andere locatie, in Nagano, terug te brengen, dus zijn we de volgende dag op weg gegaan. Maar niet voordat we nogmaals heerlijk in de onsen naast de rivier hebben gelegen. Wat een geweldige locatie is het hier toch.
De man van het hotel heeft onze Japanse navigatie ingesteld op het verhuurbedrijf in Nagano, dat was wel handig. We hoefden die dag in totaal maar 130 kilometer te rijden, maar daar hebben we de hele dag over gedaan, het was zo’n ontzettend mooie route, dat we om de kilometer zowat onze auto stil hebben gezet en foto’s/film hebben gemaakt. We waren tegen de avond in Nagano en daar hebben we de auto gedropt en zijn toen met de trein naar het plaatsje Yudanaka Onsen gegaan. De naam zegt het al het stikt daar van de: onsen!
Yudanaka is niet alleen bekend om z’n onsen maar ook om de snowmonkeys (sneeuwaapjes). In 1964 hebben de aapjes, die hier in de bergen leven, ontdekt dat onsen niet alleen lekker zijn voor mensen maar ook voor aapjes. Ze zijn in de winter lekker met z’n allen in de warmwaterbron gaan zitten en dat doen ze nu nog steeds en ze zijn daar wereldberoemd mee geworden. De apen leven in het wild, maar ze worden wel bijgevoerd, dus ze worden wel een beetje gelokt.
Toen wij d’r waren zaten er niet zo heel veel aapjes in het water, te warm denk ik. Wel liepen en honderden rond, zo leuk om af te kijken. Al die kleintjes die bij hun moeder op de rug zitten of er onderaan hangen, zo schattig.
We hebben er een aantal uur rondgekeken en zijn toen weer terug gelopen naar Yudanaka. Ook dit is weer een mooi authentiek dorp, met mooie oude geveltjes. Ook zijn hier heel veel badhuizen, in ieder straatje zit er wel één. Hier gaan de mensen zelf in bad. Je kunt hier in je kimono van badhuis naar badhuis lopen als je dat wilt.
Wij zijn ’s avonds naar een grote publieke onsen gegaan, we zijn nog nooit zo schoon geweest 😜.
 
Nagano
We hadden eigenlijk op de planning staan dat we de Alpine route zouden gaan doen, maar daarvoor moet het wel helder weer zijn, en ze gaven bewolking aan, dus dan heeft dat niet zoveel zin.
Daarom hebben we besloten om rechtstreeks naar Kanazawa te gaan. Maar eerst zijn we in Nagano nog de Zenko-ji tempel gaan bekijken.
We hebben onze koffers in een locker op het station gedaan en zijn toen naar de tempel gelopen en die was echt geweldig. Er was volop leven in de brouwerij, er gebeurde van alles. Het blijkt de tijd te zijn dat kinderen gezegend worden in de tempel. Jongetjes van 3 en 5 jaar en meisjes van 3 en 7 jaar gaan dan in hun mooiste traditionele kleertjes naar de tempel om een soort zegening te ontvangen. Het liep er dus vol met prachtig aangeklede kinderen.
Ook kwam de hoogste priester met zijn gevolg nog voorbij en heb ik nog een boeddhistische zegen gekregen, zal nooit geen kwaad kunnen, niet waar!
We hebben er uren rondgehangen, zoveel was er te zien.
Na een lekkere bord verse soba (= gemaakt van boekweit meel) noodle soep zijn we weer richting station gelopen.
 
Kanazawa
Tegen de avond zijn we toen met de supersnelle Shinkansen naar Kanazawa gegaan, ze noemen dit ook wel klein Kyoto.
Kanazawa is echt een hele afwisselende stad met (ook weer) een groot kasteel, het staat bekend om z’n mooie Kenroku-en tuin, de geisha wijk en de samoerai wijk en heel veel tempels.
Gisteren hebben we het kasteel en de tuin bezocht. Het kasteel is compleet nieuw gebouwd, maar wel helemaal volgens de oude traditie, ze lieten heel mooi zien hoe de houten balken in elkaar waren gezet en zo. De tuin was ook een lust voor het oog. Mooie bomen en struiken, vennen, en theehuizen. Ze zaten daar sprietje voor sprietje het gras tussen het mos uit te plukken, niet normaal meer.  Alles even strak en netjes.
Vandaag hebben we de samoerai- en de geisha wijk bekeken. Ook weer hele mooie ouden huizen, in de samoerai wijk kon je in de huizen van binnen bekijken en in de geisha wijk zijn er allemaal restaurantjes en winkeltjes van gemaakt, allemaal even stijlvol.
We hebben net sushi van de lopende band gegeten en plonsen zo nog maar weer eens in de onsen, wij komen onze tijd wel door 🙂
 
Tot nu toe is Japan weer geweldig. We waren bang, dat als je er voor de tweede keer naar toe gaat, het dan misschien tegen zal vallen, maar dat is absoluut niet zo. Het is hier zo anders dan anders en zo mooi, daar kan echt niets aan tippen, Japan staat nog steeds met stip op één!
En het fijne is, we blijven er nog 2 1/2 week!
 
Shirakawa-gõ
Vanuit Kanazawa hebben we een dagtochtje gemaakt naar Shirakawa-gõ. Dat is een plaats in de Japanse alpen en daar staan in een vallei typische huizen, zogenaamde gassho huizen. Dit zijn huizen met spitse daken met een dikke laag riet gedekt. De huizen stonden daar niet altijd, ze zijn verhuisd omdat de oorspronkelijke plek waar ze stonden onder water kwam te staan door de bouw van een dam. Dus eigenlijk net zoiets als de Zaanse Schans bij ons, en daar kun je het ook het beste mee vergelijken, d’r waren ongeveer evenveel Japanse toeristen. Maar neemt niet weg dat dit een heel mooi dorpje is (de Zaanse Schans is ook leuk, ook al is het toeristisch). Vanaf een uitzichtpunt had je een mooi overzicht over de vallei en vanaf daar kon je naar beneden wandelen, door het dorp heen. Tussen de oude traditionele huizen staan ook nog ‘gewone’ huizen en het dorp is ook gewoon bewoont. In veel van de oude huizen zijn nu winkeltjes of restaurantjes. Sommige hebben hun deuren opengesteld als museum. We hebben er lekker op ons gemak rondgewandeld. Het was in ieder geval de moeite waard.
 
Tokyo
Omdat we Kanazawa helemaal gezien hadden, hebben we besloten om naar Tokyo te gaan. We wilden graag in het weekend in Tokyo zijn omdat op zondag heel veel apart geklede jongeren op pad gaan en dat willen wij wel eens zien.
Dus hebben we de Shinkansen gepakt naar Tokyo en 2 1/2 uur later stonden we 450 km verderop, kei hèndig!
In Tokyo zit de Yodobashi, dat is één van de grootste elektronica zaken ter wereld, hier is op elektronica gebied werkelijk alles te koop, van haarföhn tot camera en van verwarmt toilet tot telefoon en alles er tussenin. Onvoorstelbaar hoe groot het hier is. Kees struint daar graag even rond. 
 
De volgende dag zijn we naar de Sensõ-ji tempel gegaan en volgens mij had half Tokyo bedacht om hier vandaag heen te gaan, jeetje mina, wat een volk is hier op de been.
Aan het begin van de tempel staat een hele grote poort met een megagrote lampion erin.
Daarna komt een ‘winkelstraatje’ volgepakt met eettentjes, prullaria, kimono’s, samoeraizwaarden etc., etc., dan kom je pas bij de échte tempel, ook weer door een grote poort met lampionnen. Hier ook volop leven in de brouwerij. Japanners offeren graag wat geld om goed geluk af te dwingen. Je kunt er van alles en nog wat kopen, daar je wens dan opschrijven en deze ergens neerhangen, en dan maar hopen dat ie uitkomt. Wel mooi om te zien hoor, overal waar je kijkt gebeurd wat.
 
Omdat we vlak in de buurt zaten bij de Tokyo Skytree, dit is de hoogste toren ter wereld, hij is 634 meter hoog (de Canton Tower staat op de tweede plek met 600 meter, en daar zijn we een paar jaar geleden in geweest). Het is een mooie toren, onderaan is hij driehoekig en dan wordt hij naar boven toe langzaam rond. Met een megasnelle lift werden we gedropt op 350 meter en wat een gaaf uitzicht hadden we daar. Dan zie je ook pas hóe groot Tokyo is, overal waar je kijkt lampjes, lampjes, lampjes, oneindig ver! Als je naar buiten keek leek het wel één grote kerstversiering. Ook was er een glazen vloer waar je 350 meter recht naar beneden keek, lang niet iedereen had het lef om daar op te gaan staan, ook een grote, stoere, sumo worstelaar waagde het er maar niet op.
 
Daarna hebben we de metro genomen naar de wijk Roppongi, ’the place to be’ voor het betere nachtleven. En inderdaad, niets teveel gezegd, we vielen middenin een Halloween party. Het leek wel carnaval. Iedereen verkleed en volop feest, wat een drukte. Als je in Tokyo een dikke auto of motor hebt moet je ook hier zijn om deze te showen, het reed af en aan met Ferrari’s, Lamborgini’s en Rolls Royce’s, lekker stoer doen met je dikke bak!
 
De volgende ochtend hebben we het drukste kruispunt ter wereld maar eens opgezocht, Shibuya Crossing. Echt duizenden en duizenden mensen steken hier kris kras de weg over en dat gaat maar door, door en door. D’r woont hier ook zo’n 38 miljoen man, dus mensen zat om het zaakje op te vullen.
Toen snel de metro in naar de wijk Harajuku, daar gaan alle ‘maffe’ jongelui van Tokyo hun inkopen doen. Om een beetje op te vallen in de grijze meute kleden zich een aantal jongeren ‘extreem’ (zachtjes uitgedrukt). We konden nu het onderscheid eigenlijk niet maken tussen degene die er altijd zo bij lopen of degene die verkleed waren voor halloween😜.
Omdat er ook nog een park dichtbij was, zijn we daar naartoe gelopen en toen kwamen we, per ongeluk, uit bij een tempel waar we 8 jaar geleden ook geweest waren. Toen waren er allerlei ceremonie’s aan de gang en ook nu hadden we weer mazzel. Er was een traditionele bruiloft aan de gang. Een Japanse bruid is gekleed in een witte kimono en een grote witte kap op haar hoofd. Het hele gezelschap is heel mooi gekleed in prachtige kimono’s. Er is zelfs een speciale bruidsauto waar boven in het dak een extra deurtje zit dat open kan, zodat de bruid er met haar hoge kapsel in kan.
 
Om maar niets te missen van Tokyo zijn we ‘ avonds naar de wijk Odaiba gegaan. Dat is een heel modern nieuw deel waar je met een monorail naar toe gaat. Vanaf de overkant heb je dan een heel mooi zicht op de geheel verlichtte Rainbow Bridge en de Tokyo Tower. Er staat ook een robot van 18 meter hoog, Gundam, en wij dachten dat hij wel een rondje zou gaan lopen, maar helaas knikte hij alleen maar een keer met z’n hoofd, ha ha.
Alles is hier heel modern en wijds opgezet met brede wandelpromenades, dus da’s wel leuk om rond te wandelen.
 
Kamakura
Vandaag zijn we vanuit Tokyo met de trein naar Kamakura gegaan, een relaxed plaatsje aan zee, de sfeer is heel rustig en mooi. We hebben er lekker even over het strand gewandeld.
We treffen het trouwens met het weer, we hebben twee keer een klein beetje regen gehad en voor de rest alléén maar zon en rond de 18 à 20 graden, perfect gewoon.
Na het strand zijn de we naar de Hase-dera tempel gegaan. Wij dachten in eerste instantie ‘weer een tempel’, maar ook deze was weer de moeite waard.
Er was een mooie vijver, heel veel kleine boeddha beeldjes, een grot een zen-tuin een mooi uitzichtpunt en de tempel zelf natuurlijk. Toen we deze goed bekeken hadden zijn we naar De Grote Boeddha gelopen, da’s dus een grote boeddha en daar staat Kamakura om bekend, deze is ook mooi om te zien.
 
Hiroshima
De volgende dag hebben we de Shinkansen genomen naar Hiroshima, we raasden met 282 km per uur door het Japanse landschap. Na 4 1/2 uur stonden we 895 km verderop, da’s nog eens relaxed reizen.
Hiroshima staat er natuurlijk om bekend dat dit de plaats is waar de eerste atoombom is gegooid op 6 augustus 1945 om 8:15 uur ’s morgens.
Ik had eigenlijk niet zo’n beeld bij Hiroshima, ik kende de foto van het gebouw dat na de ontploffing is blijven staan. Maar buiten dit gebouw, dat iedereen wel kent, is er een groot vredespark aangelegd met gedenkplekken en is er een museum.
Toen we aankwamen bij het vredespark, kwamen we als eerste bij de gedenkplek voor alle kinderen die bij de aanslag om zijn gekomen.
De aanleiding voor deze plek is de dood van het meisje Sadako Sasaki. Zij was twee toen de bom viel en toen ze elf was kreeg ze leukemie. Ze dacht “Als ik nu 1000 kraanvogels ga vouwen, dan komt alles wel goed.” De kraanvogel staat hier in Japan voor een lang en gezond leven. Maar helaas kwam het niet goed en heeft ze niet de kans gekregen om alle vogels af te vouwen, haar klasgenootjes hebben dit toen voor haar gedaan. Tot op de dag van vandaag komen er uit heel Japan kinderen met zelf gevouwen kraanvogels om haar hier de laatste eer te bewijzen.
Ook toen wij er waren stond er net een schoolklas een lied te zingen bij het monument en werd er een toespraakje gehouden, daarna zongen ze ook nog ‘Imagine’ van John Lennon in het Japans, zo dat kwam wel binnen zeg, wat was dat indrukwekkend, om stil van te worden!
 
In het park staat ook een vredesbel, zodat als die geluid wordt, iedereen op de wereld kan horen, dat dit nooit meer mag gebeuren. 
Er is een gedenkplek waar de as van ongeveer 10.000 onbekende doden ligt, die daar gecremeerd zijn.
Er is een eeuwige vlam en een gedenkmonument met daarin zo’n 240.000 tegeltjes verwerkt, het aantal mensen wat in totaal is omgekomen.
In het museum zijn vooral veel persoonlijke verhalen te zien en te horen. Spulletjes die teruggevonden zijn en het verhaal erbij van wie ze geweest zijn en wat er met de persoon gebeurd is. Ook verhalen van mensen die de aanslag overleefd hebben, heel indrukwekkend en zeker de moeite waard. 
 
Al met al, is Hiroshima veel meer als alleen een gebouw wat er nog staat, dit is echt een plek om even stil te staan bij alle stomme oorlogen die nu nog steeds bezig zijn, we hebben er nog niet zoveel van geleerd, helaas.
 
Maar om niet al te somber te eindigen, Hiroshima is ondertussen een hele gezellige en levendige plaats, die volop leeft en bruist. 
 
Omdat Hiroshima een goede uitvalsbasis is naar plekken in de omgeving blijven we hier nog een paar dagen extra!
 
Japan is zo ontzettend leuk en we hebben het gevoel dat we deze keer Japan nog beter leren kennen. Het is helemaal geweldig hier en we hebben het super naar onze zin!
 
Miyajima
Miyajima is een klein eilandje op een klein uur van Hiroshima. Het eiland is vooral bekend om z’n beroemde torii. Een torii is een traditionele Japanse poort die toegang verschaft tot een Shintō-heiligdom. De torii die hier staat is heel bekend omdat hij bij vloed in zee staat. Als je foto’s van Japan ziet, zit deze fel oranje torii er bijna altijd wel bij. Het eiland zelf is erg toeristisch en we hadden er niet teveel van verwacht. Bleek de tempel waar de torii bij hoorde echt kei mooi te zijn. Deze stond (bij vloed) ook in het water en het ene doorkijkje was nog mooier dan het andere, dat was alvast een meevaller.
Toen we later door het dorp liepen kwam de tweede meevaller, er was een heel speciaal Shinto ritueel aan de gang, het ‘Hiwatari-shinji’. Dit ritueel wordt twee maal per jaar gehouden, 1x in de lente en 1x in de herfst. Op het terrein voor de tempel was een grote brandstapel gemaakt en met veel ceremonieel werden er de houten offers, die de mensen het hele jaar door bij de tempel neerhangen, in het vuur geworpen. Dit gebeurde onder het gezang van de monniken, ook werd er op een trom geslagen en op een grote schelp geblazen. Niet normaal meer hoeveel van die offers in het vuur gegooid werden, dat ging maar door.
Toen deze eenmaal op waren werd de brandstapel plat gemaakt met een lange stok en werden daar andere houten offerstokjes opgegooid. Daarna volgde een soort van bezwering over het vuur en liep een monnik dwars door het vuur heen de brandstapel over, indrukwekkend hoor. Later volgde de andere monniken hem ook en nog later konden gelovigen ook op hun blote voeten over de hete brandstapel lopen, zelf kleine kinderen werden er met hun blote voetjes mee overheen ‘gesleurd’!
 
Echt supergaaf om mee te maken, wat een mazzel toch weer.
Er was nog veel meer te zien op dit eiland, maar daar zijn we niet meer aan toe gekomen (dat bewaren we maar voor een volgende keer😜).
 
Onomichi
Op onze planning stond ook een fietstocht van 60 kilometer, maar omdat we dachten dat dat misschien toch wel wat ver zou zijn, hebben we hem wat ingekort. We zijn met de trein naar Onomichi gegaan en hebben daar een fiets gehuurd. Vanaf hier konden we over een deel van de eilanden fietsen en dan met de ferry weer terug, dat was wat relaxter. De route was hartstikke mooi, helemaal langs de kust en we gingen over een paar super hoge, lange bruggen. Onderweg zagen we ook veel scheepsbouwindustrie en mensen die in hun moestuintjes bezig waren. Je zult het hier niet verwachten maar er stonden ook veel citrusbomen, mandarijnen en sinaasappels. Onderweg hebben we ook veel kiwi’s en kaki’s gezien.
Zoals we al dachten hadden we het goed ingeschat, 60 km op een huurfietsje was toch echt teveel geweest, zoals we het nu hadden gedaan was precies goed.
 
Sandankyo
Vanuit Hiroshima zijn we de volgende dag naar Sandankyo gegaan. Dat is een heel mooi natuurgebied ten noorden van Hiroshima. Het is een grote kloof waar je doorheen kunt wandelen. Er liep een wandelpad helemaal langs de rivier en dat was mooi zeg. Door de (herfst) bossen met de ruisende rivier op de achtergrond, kei mooi. De pad was vrij vlak, dus makkelijk te lopen. Na ongeveer een uur kwamen we bij een punt waar je met een bootje een stuk door een kloof ging en dan aan de andere kant afgezet werd. Vanaf daar zijn we weer verder gelopen en na 3 kilometer kwamen we bij een splitsing, daar konden we naar twee verschillende watervallen. We zijn eerst naar de ene, 2 1/2 km verderop gelopen. Daar ging je ook op een bootje, door een kloofje, naar de waterval, deze was niet echt heel erg indrukwekkend. Vanaf daar snel terug naar de andere, deze was een stuk mooier, hij was in 3 etappes. Toen snel terug naar de splitsing want we moesten het pendelbusje halen naar het beginpunt, waar de bus naar Hiroshima weer zou vertrekken. ’s Avonds rond acht uur waren we daar weer terug, moe maar voldaan.
 
Kinosaki Onsen
Weer tijd om verder te gaan en Hiroshima achter ons te laten. We zouden eigenlijk een stuk pelgrimsroute gaan lopen, maar het weer was in die hoek niet goed dus hebben we besloten om naar Kinosaki Onsen te gaan. Dat is een klein plaatsje aan de noordkust van Japan. Dit plaatsje staat bekend om z’n warmwaterbronnen, de zogenaamde onsen. Het zijn er in totaal zeven en om deze bronnen hebben ze mooi gebouwen gezet en je kunt hier van onsen naar onsen lopen. Zo’n badhuis kun je vergelijken met een thermen bij ons. Je gaat er in je blootje in, mannen en vrouwen gescheiden. Er zijn vaak verschillende warmwaterbaden, binnen en buiten. Soms is er ook een sauna of turks stoombad bij. De bedoeling is dat je je eerst heel goed wast en daarna in zo’n warmwaterbad gaat zitten, die zijn zo rond de 40 graden, afhankelijk hoe warm de bron is. Daarna koel je even af en ga je weer in zo’n bad, heerlijk ontspannend. Het bezoeken van deze 7 verschillende onsen gebeurd op een speciale manier, namelijk in je yukata (=kimono) en op houten slippers. We hadden er weer een traditionele ryokan (=herberg), dus we waren op en top Japans bezig. Slapen op tatami matten op een futon en ’s avonds van onsen naar onsen in onze yukata’s. Dat was echt kei leuk. Iedereen loopt hier zo over straat, dus je hoort niets anders dan het geklepper van de houten slippertjes. Denk daar een mooi verlichte gracht met typische Japanse huisjes en het filmdecor is compleet. Dat gevoel had ik ook echt, of ik door een film liep, helemaal geweldig👘, dit is Japan op en top!
De volgende dag heeft de eigenaar van de ryokan ons afgezet bij de zee en vanaf daar zijn we 13 kilometer terug gelopen naar Kinosaki Onsen. De weg was adembenemend. De ruige kustlijn de herfstbomen, zon erbij, zo mooi. We hebben heerlijk gewandeld.
Omdat het hier zo leuk was, zijn we nog een dag langer gebleven om optimaal van de onsen te kunnen genieten, goede keus dus om hier heen te gaan.
 
Kyoto
Maar omdat we op een gegeven moment toch wel weer verder moesten hebben we de trein weer genomen naar Kyoto. Het einde van onze reis komt in zicht, dus hier nog lekker een paar dagen rondkijken.
De eerste dag zijn we naar de wijk Higashiyama gegaan. Daar zijn we een wandelroute uit de Lonely Planet gaan lopen. Als eerste kwamen we bij de Kiyomizu-dera tempel. Daar was het loeidruk. Je kunt hier in de buurt veel kimono’s huren, dus zie je veel (Aziatische) mensen in een kimono lopen. Vorige keer dat we hier waren liepen er maar een paar, dat was leuk, maar nu echt heel veel, teveel eigenlijk. In de grote steden zoals Tokyo en Nagoya zie je nog best veel dames in kimono, maar die zien er dan nét effe een tikkeltje anders en luxer uit als de huurmodellen! Maar, op zich wel grappig om te zien, ze passen wel goed in de omgeving. De tempel is ook weer prachtig en nu met de herfstkleuren erbij een plaatje. Hebben we hem een keer met kersenbloesem én een keer met herfstkleuren gezien, leuk.
Verder is de wijk één wirwar van smalle straatjes en je waant je er zo in de film ‘dagboek van een Geisha’. ’s Avonds hebben we in de wijk Gion nog een paar echte Geisha’s zien lopen, maar ze zijn ook snel weer verdwenen, de huisjes in met de papieren schuifdeuren.
De volgende dag hebben we de wijk Arashiyama bezocht. Ook hier weer tempels (ze blijven mooi) en een hele mooie tuin. Hier deed het rood van de Japanse Esdoorn zeer aan je ogen, zo fel waren ze in de zon, schitterend.
Hier is ook een bamboo bos waar een pad doorheen loopt. Het houdt bijna al het zonlicht tegen en heeft iets mystieks (als je alle toeristen wegdenkt😉).
 
Nagoya
De begin- en de eindbestemming van onze reis. Daar zijn we de volgende dag naar toe gegaan. De laatste dag alweer, wat is deze vakantie toch weer omgevlogen.
We zijn naar de haven gegaan en daar is een groot aquarium, dat hebben we bekeken.
We hebben ook nog even genoten van het lekkere weer, 22 graden en volop zon, want dat zal voorlopig onze laatste warme dag wel zijn tot de lente!
Vanmorgen zijn we naar het vliegveld van Nagoya gegaan en ondertussen hangen we alweer ergens boven Mongolië. 
 
Ik houd tijdens onze reizen altijd een dagboekje bij en daarin noteer ik ook wat opvallende dingen van een land. Kleine dingen die je in eerste instantie niet echt opvallen en die je later weer makkelijk vergeet, maar als je ze terug leest, denk van ‘o ja!’.
Hieronder een kleine greep aan opvallende Japanse zaken:
  • Volautomatische wc’s met verwarmde brillen en bedieningspanelen om het e.e.a. schoon te spoelen
  • Japanners lezen van achter naar voren en van boven naar onder
  • Ze fietsen op de stoep
  • Overal softijs te koop, vooral groene thee smaak
  • Huizen zijn bekleed met plastic steenstrips
  • Overal gratis, schone, openbare toiletten met kinderzitje in de hoek van het toilet, zodat je je kleine kunt stallen
  • Mooie putdeksels
  • Er wordt (bijna) niet gepint in winkels, alles nog contant. Er wordt hardop genoemd hoeveel je betaald en hoeveel je terug krijgt.
  • Kleine vierkante, lego auto’s
  • Iedere kraan, in ieder hotel, werkt verschillend
  • Bijna niemand kan engels
  • Alles staat in het Japans aangegeven, ook de prijzen, je kunt dus geen bal lezen.
En zo kan ik nog wel even doorgaan….
 
Ik ben er me van bewust dat het hele verhalen zijn geworden, maar hopelijk toch boeiend genoeg om doorheen te worstelen.
Onze Japan reis zit erop, maar wat was het geweldig. Wat hebben we toch veel gezien en meegemaakt. We hebben het gevoel dat we Japan deze keer beter hebben leren kennen en meer hebben ‘beleefd’, we zijn in kleine dorpjes geweest, op het platte land, in de bergen en natuurlijk in de mega steden, de onsen (we zijn nog nooit zo schoon geweest), het slapen in de ryokans en de overweldigende natuur. Dat heeft ervoor gezorgd dat het allemaal heel afwisselend was en dat het geen minuut is gaan vervelen.
Japan is echt helemaal top🇯🇵
Translate»