2007 – Nieuw Zeeland

April 2007
Tijd om naar Nieuw Zeeland te gaan…..
Daar zijn we dus afgelopen zondag aangekomen, en we zijn in een keer in een andere vakantie beland.
Auckland is ook een grote stad, maar een dorpje vergeleken bij Bangkok of Hongkong. Wat gaat het er hier dan allemaal kalm en rustig aan toe.
Het was trouwens ook grappig aan de douane, je wordt heel streng gecontroleerd of je iets van etenswaar of planten of zo bij hebt, zit daar een douanier die ineens in het Nederlands tegen ons begint te kletsen, dat verwacht je toch niet aan de andere kant van de wereld…
In Auckland hebben we een ferrytocht gemaakt naar Devonport, een mooi oud historisch plaatsje. Daar hebben we rondgewandeld en de oude huisjes bekeken. In Auckland zelf hebben we heerlijk op een terrasje gezeten met een glaasje wijn en lekker eten.
De volgende dag werd de huurauto netjes bij ons hotel afgeleverd en zijn we naar Tutukaka gereden. Het was een mooie weg ernaar toe, een beetje een mix tussen Duitsland en Schotland.
Als je het woord Tutukaka uitspreekt, ben je in dezelfde tijd door het hele plaatsje heengereden (dat hadden we eerste keer dus ook gedaan…).
Er is wel 1 winkeltje, 2 hotelletjes, 1 restaurantje, 1 jachthaventje en 1 duikschool, kortom “Een Kern van Bruisend Leven!!”
We wilden hier gaan duiken, maar het weer was te slecht (de duiken ook ontzettend duur) waardoor het duiken niet doorging en we hadden geen zin om hier nog verder te blijven dus zijn we naar Paihia gereden.
Dat ligt aan de Bay of Islands, en is echt een vakantieplaats, waar wel wat te beleven is.
Gisteren in ieder geval wel…..
We hebben namelijk Noodweer gehad met een hoofdletter “N”.
Het heeft hier gisteren evenveel geregend als normaal in 3 maanden, n.l. 411mm.
Da’s veul, verrekkus veul!!!!
Zo veel dat ze bij ons door de staat aan het surfen waren (echt waar) en dat wij tot over onze knieën door het water moesten om weer in het hotel te komen. We hebben zelfs het 8 uur journaal gehaald, want dit was zelfs voor Nieuw Zeelandse begrippen abnormaal.
Vandaag is het water weer gezakt en was het weer stralend weer en zijn we naar de belangrijkste Maori plaats gegaan van Nieuw Zeeland, hier hebben de Maori’s het verdrag met Engeland getekend en daardoor (eigenlijk) afstand gedaan van hun land.
We hebben heel mooi langs de kust gewandeld, door een mangrovebos en hebben een 35 meter lange oorlogskano van de Maori’s bekeken.
Er was ook nog een dansvoorstelling, ook gaaf om te zien.
Morgen gaan we met een boottocht op dolfijnen/walvis safari. Als het een beetje meezit (en de dolfijnen hebben geen baby’tjes bij) dan kunnen we met ze zwemmen, dat zou tof zijn.

Zo dat was het wel weer zo’n beetje, wel weer voldoende ook zeg.
Zoals je ziet hebben wij het nog steeds heel goed naar onze zin en iedereen bedankt dat we zo goed op de hoogte worden gehouden van de belangrijke Nederlandse gebeurtenissen (eindeluk gaan ze dan toch trouwen onze Frans en z’n Maris!!!).

8 april 2007
We zijn alweer een week verder en zitten al bijna op de helft van onze trip (mam, kun je af gaan tellen…).

We hebben afgelopen week echt een fantastische week gehad, vorige week zijn we dus op dolfijnen/walvis safari geweest.
Helaas geen walvissen gezien en de dolfijnen hadden baby’tjes bij, dus daar mochten we niet mee zwemmen, maar ze hebben wel een complete show weggegeven. Ze zwommen onder de boot door, maakten salto’s vlak voor onze neus en het was wel een groep van zo’n 50 dolfijnen, kei mooi om te zien. De lunch hebben we op een eilandje op en ’s middags zijn we met een andere boot verder gegaan en hebben tussen alle eilandjes (van de Bay of Islands) door gevaren.
De volgende dag zijn we naar het schiereiland Coromadel gegaan, onderweg hebben we de gevolgen van de overstromingen nog eens goed kunnen zien, hele stukken land stonden nog onder water en stukken spoorrails waren verzakt en weggeslagen.
Coromadel was weer een heeeeeel rustig plaatsje en van daaruit zijn we een hele mooie wandeltocht gaan maken. De weg er naar toe alleen al was al spectaculair. Tijdens de wandeltocht waande we ons soms in “The Lord of the Rings”, echt zo’n glooiend Hobbit-landschap, heel mooi. Een eind verder ging de pad over in een tropisch bos met grote varens en weer een eind verder liepen we hoog over de kliffen langs de kustlijn met een gigantisch mooi uitzicht. Hier hebben we de hele dag over gedaan.
De volgende dag zijn we naar Hot Water Beach gegaan. De naam zegt het al, het is een strand met heet water!!!!
Als het eb is komt het thermale strand vrij en dan kun je er je eigen thermaalbad graven. Het strand is dan op sommige plaatsen zo heet dat je er echt niet op kunt lopen. Wij hebben een goeie spot uitgezocht, en hebben daar ons “ideale-temperatuur-thermaalbad” gegraven, en zijn daar met een koel colaatje lekker in gaan liggen!!!!
Vanaf daar zijn we verder gegaan naar Whakatane, en daar hebben we een dagtochtje geboekt naar White Island.
White Island is de meest actieve vulkaan van Nieuw Zeeland, en daar hebben wij overheen gelopen, echt super-super-gaaf!!!
Het was zo’n anderhalf uur varen vanaf de kust en als je aan komt varen zie je de grote rookpluim al van verre boven het eiland hangen. Op het eiland zelf bruist, suist en bubbelt alles, uit ieder gat komt stoom en klinkt het of je in een grote fluitketel loopt.
Aan de rand van de grote krater kun je zo in een groot stomend meer kijken, indrukwekkend!!! Als je zelf het e.e.a. wilt zien van White Island kun je op de volgende website kijken, daar staan foto’s op die ieder uur gemaakt worden met een webcam en nog veel meer info: “http://www.whiteisland.co.nz”
De dag erop zijn we naar Rotorua gereden, dat was maar zo’n anderhalf uur rijden dus daar hadden we nog tijd genoeg om naar het eerste termaalpark te gaan, het Te Whakarewarewa (en dat 3x snel achter elkaar zeggen……) ofwel het Te Puia Park. Hier heb je werkende geisers die wel tot 20 meter hoog spuiten, gaaf!!! Ook heb je een grote modderpoel, zul je zeggen wat is daar nu aan, maar als die bubbelt, blubt en rommelt, is dat toch errug leuk.
Er was ook een culturele Maori-show, compleet met indrukwekkend welkomstritueel, en er zaten levende Kiwi’s ter bezichtiging. (Deze Kiwi is niet dat groene ding wat thuis op de fruitschaal ligt, maar Nieuw Zeelands bekendste vogel). Ze hadden er hier twee, en ze zijn erg zeldzaam, dus de kans dat je ze in het wild ziet is erg klein.
De dag erop zijn we naar het Waiotapu Thermal Wonderland gegaan, en dat is niets teveel gezegd, echt een wonderland. Hier is de Lady Knox Geyser, die iedere dag om 10.15 uur (met behulp van wat stukken zeep) uitbarst, wat een heel spektakel is. Het park zelf is ook prachtig, iedere keer denk je, nu kan het niet mooier worden, maar dat lukt dan toch. Er zijn poelen in allerlei kleuren (van fel blauw, tot gifgroen), kokende bronnen, kokende riviertjes, bubbelende modderpoelen, en de Champagnepool. Dit is een groot ven dat bubbelt als champagne en aan de randen heel mooi oranje is, beetje moeilijk uit te leggen, moet je zien…..
Ook hier hebben we weer de hele dag rondgewandeld, het is hier overal een waar fotoparadijs (misschien een tip als uitstapje voor FOMO???), ik heb afgelopen week al bijna 800 (!) foto’s gemaakt!!!!
We konden er maar geen genoeg van krijgen en zijn de volgende dag naar Waimangu Volcanic Valley geweest. Je denkt dat er niets nieuws meer te zien zal zijn, maar iedere keer weer is het mooi, alle verschillende kleuren, van oranje-bruin, tot blauw-groen en alles er tussenin….hier dus ook weer de hele dag rondgehobbeld. Hier was de grootste “Hot-Waterpool” ter wereld (pak een flink Oisterwijks ven!!). En om Rotorua maar eens goed af te sluiten hebben we er vandaag nog een gedaan, Orakei Korako, en ook deze was weer prachtig met geweldig mooie terrassen en poelen.
Morgen gaan we weer een plaats verder en dan gaan we dinsdag (zoals in de boekjes staat) de mooiste dagwandeltocht van Nieuw Zeeland maken, ik ben benieuwd. We hebben in ieder geval tot nu toe prachtig weer (ik denk dat we alle regen gewoon in een keer hebben gehad), ’t is overdag zo’n 21 graden met het zonnetje d’r bij, en ’s avonds wat koelen, maar met een sweater komen we al een heel eind.
A.s. donderdag hebben we de ferry geboekt naar het Zuider-eiland, dus dan vertrekken we vanuit Wellington naar Picton, schijnt ook een hele mooi tocht te zijn door fjorden en zo.
Maar dat moeten we allemaal nog mee gaan maken, dus daar kan ik beter de volgende keer over vertellen.
Zoals je ziet, we hebben weer genoeg te doen gehad afgelopen week en komen onze tijd prima door.

22 april 2007
Zo, we zijn alweer 2 weken verder, en ook een hele hoop avonturen…..
We zitten ondertussen aan de zuid-west kust van het Zuider-Eiland in Wanaka (voor de kenners, dat ligt 100 km boven Queenstown).
Maar we zijn hier natuurlijk niet vanzelf terecht gekomen, dus zal ik maar weer bij het begin beginnen.

Twee weken geleden vertelde ik al dat we de mooiste dagwandeltocht van Nieuw Zeeland gingen maken.
Zo stond het ook in alle boekjes “wandeltocht”, dus dat dacht ik ook, totdat de bus ons op kwam halen en daar “Tongariro Expeditions” op stond, toen begon er een klein alarmbelletje te rinkelen.
Nou, ik kan je vertellen, het had inderdaad meer weg van een expeditie als van een wandeltocht!!
Het eerste stuk ging nog wel, dat was nog redelijk vlak, totdat we na een uur bij de “devils staircase” kwamen, die heet niet voor niets zo, dat is een bergrug van 800 meter steil omhoog…..klimmen dus, pppfffffff.
Bovenaan gekomen stonden we in de wolken en in de “South Crater” van de vulkaan, hier ging het ook wel weer, dit stuk was wel weer vlak. Maar daarna kwam het, nog zo’n joekel van een stuk omhoog, maar dan in redelijk rul zand, met aan allebei de kanten kraterafgrond en dit alles met windkracht 10!!!!!
Dit is afzien als je de Oisterwijkse vennen en plassen-route gewend bent en niet de Mount Everest.
Maar, boven aangekomen werd alle moeite ruimschoots beloond, we hadden echt een geweldig uitzicht, we keken in de krater van de vulkaan, en over de hele vallei, en op prachtige fel blauw/groene vennen.
Daarna konden de gelukkig gaan dalen en werd het minder zwaar, we bleven een heel mooi uitzicht houden en zijn zo langzaam weer naar beneden gegaan. Al met al zijn we ’s morgens om 7 uur gaan lopen en waren we om half 3 ’s middags weer bij de parkeerplaats, moe maar voldaan.
De volgende dag zijn we ter compensatie op onze krent blijven zitten in de auto richting Wellington.
Daar hebben we ’s middags wat rondgekeken, hebben een museum bezocht en zijn ’s avonds in de kroeg gaan hangen, relaxen….
Donderdag’s zijn we met de ferry naar het Zuider-eiland gegaan, het was nogal ruw weer (ofwel “stormachtig”) en dat is niet zo fijn op een boot, we hadden allebei reistabletjes ingenomen en hebben gelukkig nergens last van gehad. Het is een mooi gezicht om bij het Zuider-eiland aan te komen, je vaart dan helemaal tussen de fjorden door.
Vanaf de boot zijn we rechtstreeks doorgereden naar Kaikoura, dat ligt zo’n 155 km rijden aan de oostkust.
Kaikoura is een erg leuk plaatsje wat heel mooi ligt, met aan de ene kant besneeuwde bergtoppen op de achtergrond en aan de andere kant de zee.
In die zee is het daar allemaal te doen, je kunt er Whale-watchen, met zeehonden zwemmen, met dolfijnen zwemmen, en nog veel meer. Dit leek ons alle drie wel leuk, dus hadden we deze tochtjes geboekt. Alleen zat het weer niet mee, want de zee was nogal ruw, zodat er niet uitgevaren kon worden.
We hebben dus 2 dagen gewacht (ondertussen wel een hele mooie wandeltocht langs de kust gemaakt, naar een Winery geweest, bij een zeehondenkolonie wezen kijken, dus we hebben ons niet verveeld) voordat we dan toch eindelijk met de eerste tocht mee konden, en dat was het zwemmen met dolfijnen. Deze keer werd er niet gemekkerd of er wel of geen baby’tjes (!) bij waren, we gingen gewoon met dolfijnen zwemmen. We kregen allemaal een wetsuit aan, en gingen zo de boot op. Na een kwartiertje varen vonden we een hele grote groep van enkele honderden dolfijnen. Wij mochten ons achter van de boot laten glijden, en lagen midden tussen de dolfijnen. Ze zwommen langs ons heen en onder ons door, echt hartstikke gaaf. Als de school weer verder zwom, gingen wij weer even terug op de boot, en als we weer bij de school waren, mochten we er weer in. Dat werd zo wel een keer op 6 herhaald, echt kei leuk. In totaal hebben we zo’n 3 kwartier bij de dolfijnen in het water gelegen. Daarna konden
we ons op de boot omkleden en bleef de boot nog met de dolfijnen mee varen zodat we nog mooie foto’s konden maken en ze goed konden zien. Dit was echt een super ervaring. De dolfijnen zijn helemaal wild, zijn niet getraind of zo, ze zwemmen waar ze willen en doen wat ze willen, en dat maakt het zo mooi.
’s Middags zouden we eigenlijk met zeehondjes gaan zwemmen, maar dat ging niet door vanwege het weer, jammer. Het bleek dat we wel meekonden met de Whalewatch, en dat hebben we toen meteen gedaan. Weer een reistabletje d’r in, want er was een zee-ziekte-waarschuwing (en niet voor niets, de halve boot zat te k……), wij zijn gelukkig niet ziek geworden, ze werken goed die pilletjes!
We gingen met een luxe catamaran de oceaan op, op zoek naar walvissen.
Na drie kwartier varen werd de boot stil gelegd en ging de kapitein met zo’n toeter onder water luisteren of hij een walvis kon horen, en er zat er eentje in de buurt, je kon de “klikjes” goed horen.
Nu was het wachten waar en wanneer hij precies naar boven zou komen, dus iedereen was gespannen het zeeoppervlak aan het afzoeken. En jawel na een minuut of 10 kwam daar ineens een grote fontein water uit de zee, en een hele grote rug, daar was ie dan…..
Wat is zo’n beest imposant groot zeg, onze boot was zo’n 18 meter lang en dat was deze walvis ook, echt gigantisch. Wij zagen dan alleen nog maar een stuk van zijn rug, niet eens de hele vis.
Na een kwartier had ie het wel gezien en maakte hij zich klaar om de diepte weer in te duiken, je zag z’n kop naar beneden gaan, z’n staart kwam omhoog, ging de lucht in, en verdween toen ook weer in de diepte, super!!
We hebben op deze manier ook nog een tweede walvis gezien voordat we weer terug gingen naar de kust.
Nu hadden we het wel gezien in Kaikoura en zijn de volgende dag richting Abel Tasman Park gereden (helemaal in het Noord-west puntje van het Zuidereiland). In Motueka hebben we een hotelletje genomen en vanaf daar zijn we de volgende morgen naar het Abel Tasman Park gegaan. Het park staat bekent om zijn mooie baaien met goudgele stranden en super helder-blauw zeewater. We zijn weer op een boot gegaan (het was nu wel lekker rustig weer) en die heeft ons rond half 12 bij een hele mooi baai gedropt en vanaf daar zijn de langs de kust een hele mooie route gaan lopen, om 5 uur heeft de boot ons in een andere baai weer opgepikt, en bij de auto afgezet. Het was echt een mooie wandeltocht.
De volgende dag zijn we langs de westkust naar Greymouth gereden en onderweg zijn we nog gestopt bij een grote zeehondenkolonie en bij de “pancake-rocks” dat zijn (de naam zegt het al) rotsen die allemaal als een panne(n)koek op elkaar liggen, heel apart om te zien.
Vanaf Greymouth zijn we doorgereden naar Franz Josef, het plaatsje heeft zijn naam te danken aan de gletcher die er ligt, je raad het al, de Franz Josef Gletcher. ’s Middags zijn we naar de gletcher gewandeld, maar je moet er een heel eind uit de buurt blijven omdat het te gevaarlijk is om dichterbij te komen.
Voor de volgende dag hadden we wandeltocht over de Fox-gletcher geboekt en om 9 uur stonden we paraat.
Daar bleek, na wat navragen, dat we het mooie blauwe ijs, en de grotten en ijs-bogen niet te zien zouden krijgen als we een wandeltocht over de gletcher zouden gaan maken, dan moest je toch echt met de helikopter, die brengt je naar een hoger punt, waar deze dingen wel allemaal zijn. Omdat dit toch eigenlijk hetgene was waarvoor we naar de gletsjers waren gekomen, hebben we de wandeltocht omgeboekt naar een helikoptervlucht!!!
’s Morgens zijn we eerst naar de basis van de Fox-gletcher gelopen (hier kon je al veel dichterbij komen) en dat is al imposant om te zien, wat een brok ijs, zeg!
Om 12.00 uur moesten we ons melden en werden we met een busje naar de helikopter gebracht.
Kees mocht voorin en ikke achterin bij het raampje, dit was echt super-super gaaf. We zijn over de gletcher gevlogen en toen heeft hij ons midden op de gletcher afgezet. Daar kregen we pinnen onder onze schoenen gebonden en gingen we met een gids over de gletcher lopen.
Even voor de duidelijkheid, dit is geen gladde gletcher zoals b.v. in Kaprun waar je op kunt skiën, dit is een ruige gletcher met spleten, bogen, grotten, poelen, brokken ijs van huizenhoog. We liepen daar tussenin en de ijsbogen en grotten waren in de mooiste kleuren blauw, zo fel dat je zou denken dat het nep is. Het is bijna niet in woorden uit te drukke hoe het eruit zag, maar het was in ieder geval FANTASTISCH!!!!! Na 2 1/2 uur over het ijs lopen werden we weer opgepikt door de helikopter, echt super.
Gisteren zijn we dus naar Wanaka gereden waar we nu nog zijn, en vandaag hebben we weer een wandel/klauter tocht gemaakt. Over een hangbrug, langs watervalletjes en met uiteindelijk een heel mooi uitzicht over een gletcher.
Zo, iedereen weer op de hoogte, zoals je ziet vervelen we ons niet en hebben we alweer heel veel mooie en onvergetelijk dingen meegemaakt.

Hier laat ik het weer even bij, tot de volgende mail maar weer.
3 mei 2007
Hier zijn we weer, voor de laatste keer uit Nieuw Zeeland.
We zijn alweer bijna 10 weken onderweg en overmorgen vliegen we naar Fiji, voor de laatste lekkere luierweken.
Maar afgelopen weken hebben we natuurlijk ook weer van alles gedaan, iets minder spectaculair als vorige keer, maar wel mooi, deze weken stonden meer in het teken van de natuur.

Vorige keer waren we in Wanaka en vanaf daar zijn we naar Arrowtown gegaan, dat is een oud historisch goudzoekerplaatsje, waar nog steeds goud in de rivier zit.
Je snapt het al, wij een schaal en schepje gehuurd en d’r op uit om onze slag te slaan, je zult de “klompen” goud die we gevonden hebben thuis wel zien…..
In Arrowtown was ook het Autumn-festival bezig, echt kneuterigheid ten top, de fanfare blies een deuntje, de plaatselijke can-can groep gaf een spetterend optreden (stel je voor, alle leden boven de 40 en boven maat 44, zag er charmant uit!!!!), daarna de dochters van de can-can lady’s (bij gebrek aan beter…), we hebben in ieder geval wel gelachen…..
Rond Arrowtown was de natuur nu prachtig met heuvels vol mooie herfstkleuren, net een schilderij van Monet (echt waar!), en we hebben daar ook een hele mooie dagwandeling gemaakt.
Vanaf Arrowtown zijn we naar Te Anau gereden, helemaal in het zuid-westen van het eiland. Vanaf daar zijn we met de auto naar Milford Sound gereden en daar op een rondvaartboot gegaan.
Milford Sound is een fjord dat zo’n 16 km vanaf de zee het land inloopt. De bergen rijzen bijna 1400 meter stijl de zee uit en daar vaar je dan tussendoor. Overal zie je kleine watervalletjes, tenminste ze lijken klein, maar blijken dan toch 155 meter hoog te zijn!!!! De wolken hingen nog tussen de bergtoppen, in de verte zag je een gletcher, het valt heel moeilijk te omschrijven hoe het is om daar tussendoor te varen, maar neem van mij aan, het was echt prachtig.
’s Avonds zijn we naar een Glowwormcave gegaan. We gingen in een grot waar een razende rivier doorheen stroomde, compleet met binnen-waterval en draaikolken. Op een gegeven moment gingen we in een bootje en helemaal in het stikdonker vaarden we door de grot, met tegen het plafond en de wanden honderden kleine lichtjes (stel je een heldere sterrenhemel voor…). Dit waren de gloeiwormen.
Het zijn larven van een soort vlieg, en hoe meer honger ze hebben, hoe meer licht ze geven in het donker om insecten te lokken, heel apart.
De volgende dag zijn de vanaf Te Anau de “Southern Scenic Route” gaan rijden, deze gaat helemaal onderlangs het Zuidereiland en gaat ook dwars door het natuurgebied “The Cathlins”. Je rijdt stukken langs de kust en door bosgebied, mooie natuur. In Curio Bay zijn we naar een prehistorisch bos gegaan wat helemaal versteend is en wat je kunt bekijken als het eb is. Je ziet dan echt stukken boomstronk van steen die miljoenen jaren oud zijn, maar nog leuker dan het versteende bos was de pinguïn die er rond liep, onze eerste wilde pinguïn!
In Curio Bay hadden we een hele luxe hotelkamer met satelliet t.v. en daar hebben we aan de andere kant van de wereld op ons gemak Pauw en Witteman zitten kijken, wel vreemd hoor, zo ver weg Nederlandse televisie.
De volgende dag zijn we de Scenic Route verder gaan volgen en hebben onderweg wat korte wandelingetjes gemaakt naar watervallen.
’s Middags kwamen we bij Nugget Point en daar zitten verschillende soorten zeehonden en pinguïns. De zeehondjes lagen lekker te luieren en de pinguïns komen laat in de middag uit zee om naar hun nestjes te gaan, dus die kwamen over het strand gewaggeld, kei leuk.
Nadat we dit alles op ons gemak bekeken hadden zijn we naar Dunedin gereden. Daar hebben we de volgende dag een historische wandeltocht door de stad gemaakt, er staan hier hele mooie oude gebouwen. Dunedin staat er vooral om bekend dat er op het schiereiland albatrossen broeden en daar kun je naar gaan kijken. Dat hebben wij dus gedaan. We kregen eerst een half uurtje uitleg over de albatros en een film en daarna gingen we naar een observatieruimte waar we 4 jonge albatrossen konden zien zitten op hun nest. Deze worden nog steeds gevoed door pa en ma want ze zijn zelf nog te klein om eten te gaan zoeken en kunnen ook nog niet vliegen. De albatros is de grootste zeevogel en heeft een spanwijdte tot wel 3 meter, dat is echt heel groot. Vooral als er een langs komt vliegen, dan zie je pas goed hoe groot ie is. We hadden een heel mooi uitzicht en de albatros kwam verschillende keren langs zodat we hem goed konden zien.
Daarna zijn we naar de pinguïntour gegaan. Ook daar kregen we weer eerst uitleg over de pinguïn. Hier zitten de geeloog pinguins en die zijn erg zeldzaam en komen alleen in Nieuw Zeeland voor, ze worden zo’n 60 cm hoog en wegen ongeveer 6 kilo, best groot.
Daarna gingen we naar het gebied waar de pinguïns aan land komen en hun nestjes hebben, daar hadden ze een soort gecamoufleerde loopgraven gemaakt, waar je door kon lopen naar een observatiehutje en zo de pinguïns van heel dichtbij kon bekijken (2 1/2 meter). Deze pinguïns zijn gewoon wild, ze gaan iedere dag vissen en komen dan tegen de avond weer naar huis, heel leuk om te zien. Aan de kunst bij Dunedin zit ook nog de blauwe pinguïn, die is veel kleiner en leven meer in groepjes als de geeloog pinguin. We waren net voor zonsondergang op het strand waar de blauwe pinguïns aan land komen en moesten wachten tot het donker werd. Hoe donkerder het werd hoe meer geluiden er uit de bosjes om ons heen kwamen, het bleek dat de jonge pinguïntjes nog op hun nestjes zaten en die zaten nu te roepen om eten. Vanaf het strand werd er druk geantwoord en er kwamen hoe langer hoe meer pinguïns aan land. Omdat het zo donker was (en je geen zaklamp mocht gebruiken om de pinguïns niet af te
schrikken), moest je heel goed kijken, maar soms kwamen er wel 10 pinguïns tegelijk voorbij gewaggeld, gezellig kwebbelend.
De volgende dag zijn we langs de oostkust weer verder naar boven gereden en hebben een mooie route gevolgd. In het binnenland hebben we in Twizel overnacht (waar we 4 keer wakker geloeid zijn door de brandweersirene, van biepers hebben ze hier nog niet gehoord om de brandweer bij elkaar te krijgen….).
Vanaf deze route zou je een heel mooi uitzicht moeten hebben op Mount Cook (de hoogste berg van Nieuw Zeeland), maar het was miezerig en bewolkt, en we hebben Mount Cook dus helemaal niet gezien. Dus zijn we maar naar de kunst gereden, naar Akaroa, dat ligt al dicht bij Christchurch, onze eindbestemming voor Nieuw Zeeland. Helaas zat het weer in Akaroa ook niet mee en hebben we de geplande Hector-dolfijnentocht maar afgeblazen en zijn we naar Christchurch gereden.
Daar hebben we gisterenmiddag de huurauto ingeleverd en het blijkt dat we alles bij elkaar 5667 kilometer gereden hebben.  We stonden er zelf van te kijken, want we hebben helemaal niet het idee dat we zo veel in de auto hebben gezeten. We hebben maximaal 350 km per dag gereden, en dan is er zoveel te zien onderweg dat het helemaal niet erg is om in de auto te zitten.
Vandaag is het weer gelukkig weer een stuk beter en hebben we Christchurch bekeken, en het is hier “nogal” engels. We kwamen langs een universiteit en het was net of Harry Potter zo uit een van de lokalen kon komen (volgens mij heb ik Ron zien lopen……!!!). Ze lopen hier echt met gesteepte colbertjes, stropdassen, grijze korte broeken en kniekousen. En de meiden in een hippe schots-geruite plooirok, hoe oubollig wil je ’t hebben!!!!
Morgen is onze laatste dag dus alweer hier en zaterdag vliegen we naar Fiji, we hebben er allebei hartstikke veel zin in om weer aan het strand te gaan luieren, dus hoe dat bevalt kun je lezen in onze volgende mail.

Translate»