2018 – VIETNAM

Zo daar zijn we dan weer, deze keer vanuit Vietnam.

We hadden op 24 Kitchen een streetfood programma gezien en daar kwamen zoveel lekkere dingen voorbij dat we besloten om weer een keer terug te gaan naar Vietnam.

In 2006 zijn we hier ook al eens 3 weken geweest en toen zijn we van Zuid naar Noord gereisd. In het Noorden kwamen we toen tijd tekort en daarom starten we deze keer in het Noorden, in Hanoi en gaan langzaam naar het Zuiden en vliegen we over een maand vanuit Ho Chi Minh stad weer terug. 

Hanoi

Vorige week zaterdag zijn we met KLM via Bangkok naar Hanoi gevlogen. Zondagmiddag zijn we aangekomen in ons hotel dat we voor twee nachten geboekt hadden. De rest van de reis staat nog compleet open, we hebben verder niets vastgelegd.

Op zondag zijn de straten in het centrum autovrij en is het een drukte van belang. Iedereen gaat voor een wandelingetje rond het meer en er worden spelletjes gedaan en gedanst, genoeg te doen en te zien.

’s Avonds zijn we voor het eerst écht Vietnamees gaan eten, Bun Cha. Dat is een soort soep/saus van vissaus met daarin geroosterde gehaktballetjes en varkensvlees. Je moet er dan zelf nog knoflook, chili, rijstmie en verse kruiden in doen, en dat is met toch een partij lekker, mmmmm!

De volgende dag zijn we gewoon zelf op ontdekkingstocht door Hanoi gegaan. Het is wel weer even wennen aan de temperatuur hier, ruim 34 graden en flink vochtig, je bent binnen no time helemaal doorweekt.

HanoiIn de straten van Hanoi is overal wel wat te zien, het zijn mooie oude straten met gelige huizen en veel bomen. Op de stoepen zijn overal kleine restaurantjes en staat er van alles en nog wat uitgestald. Van oudsher zijn de straten hier verdeeld in de spullen die je er kunt kopen, dus je hebt een straat waar ze b.v. alleen maar keukenspullen verkopen, of grafstenen of schilderijen of schoenen etc. etc.

Ook is er een spoorlijn die dwars door de stad gaat en waar de mensen op nog geen twee meter van de rails af wonen. Zodra de trein komt, halen ze gewoon even hun wasje of terrasje binnen, ongelooflijk om zo te moeten wonen.

Streetfood tour

Getriggerd door het Streetfood programma op t.v. hebben we een Streetfood tourtje geboekt. Je gaat dan met een lokale gids, een studente in ons geval, overal verschillend straateten proeven. streetfood HanoiWe hebben wel 10 verschillende dingen in verschillende restaurantjes geprobeerd en alles was even lekker. We hadden b.v. Pho = Vietnamese soep, allerlei gefrituurde dingen waaronder ook loempia’s (totaal anders als de Vietnamese loempia’s bij ons), Bun Cha (hadden we gisteren ook al op), verse loempia’s gemaakt van rijstpapier met verse kruiden, yammie, salade met rundvlees, inktvis, pinda’s, noodles, vers tropisch fruit met gecondenseerde melk, eggkoffie (koffie met opgeklopt ei, klinkt smerig maar is kei lekker), kortom teveel om op te noemen. Dit was echt de moeite waard, er zaten in ieder geval een hoop dingen en tentjes tussen die wij nooit geprobeerd zouden hebben, maar als je eenmaal weet wat het allemaal is, is het goed en hebben we er de hele vakantie plezier van.

Hanoi

De volgende dag hebben we ons met een fietstaxi naar een pagode een eindje buiten het centrum laten brengen. pagode HanoiToen we die bekeken hadden zijn we naar het Mausoleum van Ho Chi Minh gelopen, dit was gesloten, dus hebben we dat van buiten op de foto gezet. Daar vlakbij zat het huis waar Uncle Ho gewoond heeft en dat hebben we ook even bekeken en ook de One Stilt Pagode (stelt niet zoveel voor).
Ondertussen hadden we honger gekregen en hebben we ons met de fietstaxi naar een tentje laten brengen waar we gisteren met de steetfoodtour ook geweest waren en wederom kei lekker gegeten daar.
’s Avonds zijn we naar het Waterpoppen Theater geweest. Dat is vroeger in de rijstvelden ontstaan. Er worden korte verhaaltjes uitgebeeld met poppen in het water, begeleid door life muziek. Heel kunstig gedaan. De voorstelling duurde een klein uurtje.

We zijn op tijd naar bed gegaan want morgenvroeg om 6:00 uur op om naar Ba Be National Park te gaan.

Ba Be National Park

Dit park is nog niet zo toeristisch maar schijnt heel mooi te zijn. Het ligt ten Noorden van Hanoi, tegen de grens met China. We hebben een drie daagse tour geboekt hier naartoe. Het busje pikte ons netjes op bij ons hotel en het was zo’n 5 1/2 uur rijden. In het begin was het allemaal nog vlak maar al snel kwamen we in de bergen. Er werd veel rijst en thee verbouwd. We slapen de komende nachten in een Homestay (bij mensen thuis) en daar aangekomen kregen we meteen al een lekkere lunch met het mooiste uitzicht wat je je kunt voorstellen. We keken uit over de rijstvelden en het Ba Be Lake. Ba be
Na de lunch gingen we met een boot het meer op. Het is 8 km groot, dus het was een flinke tocht, heel erg mooi. Het stikt hier trouwens van mooie, grote vlinders, het lijkt wel een vlindertuin.
’s Avonds kregen we weer lekker eten en kwamen de plaatselijke dansgroep een voorstelling geven, dat was het niet helemaal, zal ik maar zeggen.

De volgende dag gingen we met een gids een wandeling doen. We wandelde eerst langs de rivier waar vissers met netten bezig waren kleine visjes uit de rivier te scheppen. Een eind verder gingen we de jungle in. Niet alleen de planten ook de temperatuur was tropisch, pffff wat een hitte, maar het was wel schitterend. Tussen de middag hebben we in een klein dorpje (waar geen auto kan komen) geluncht en daarna zijn we langs het meer weer terug gelopen. Uiteindelijk was het een tocht van ruim 20 kilometer. In dit geval was de gids moeier als wij, dat komt niet vaak voor, ha ha.

De volgende morgen zijn we met de fiets naar een grot 7 km verderop gefietst. Ik had me eigenlijk niets van de grot voorgesteld, maar die was me toch mooi. Je kon er ruim 400 meter diep in en hij hing helemaal vol met stalactieten. We waren er maar met z’n drieën, Kees de gids en ik, echt super.

Na de lunch kwam de bus weer om ons op te pikken om terug te gaan naar Hanoi. Daar hebben we voor ’s avonds de nachtbus naar Sapa geboekt. Dus we hadden een flinke reis voor de boeg. 5 1/2 uur naar Hanoi, uurtje eten en dan de bus weer in en 5 1/2 uur naar Sapa. Gelukkig lag de slaapbus lang niet slecht en hebben we allebei best goed geslapen.

Sapa

Om 3:15 uur, midden in de nacht kwamen we al aan in Sapa. Toen zijn we naar ons hotel gegaan maar daar was alles donker. Gelukkig was de deur open en lag er iemand in de lobby te slapen en die heeft ons naar onze kamer gebracht (daar konden we gelukkig l in). Daar hebben we nog lekker tot een uur of acht uitgeslapen.

Sapa is een plaats in het noorden van Vietnam en ligt op 1500 meter hoogte, daardoor is de temperatuur ook een stuk lager, wat voor onze Hollandse lijven een stuk beter te verdragen is. Het staat ook bekend om zijn geweldig mooie rijst terrassen.

Rond Sapa wonen heel veel groepen etnische minderheden, dat zijn vooral volken die van oorsprong uit China komen.Deze groepen hebben allemaal hun eigen gebruiken, geloof en klederdracht en zijn volop te zien in het straatbeeld van Sapa. Het is opvallend hoe klein de meeste mensen van deze groepen zijn, ze komen vaak maar tot de helft van Kees.

Omdat ze graag handgemaakte (lees: made in China) souvenirs verkopen, knopen ze allemaal een praatje aan en proberen je zo een souvenir of tourtje aan te smeren, wij zijn heel goed geworden in het afpoeieren hiervan, ha, ha.

De eerste dag zijn we zelf een route gaan wandelen die ze ook in een georganiseerde tour aanboden, maar die was makkelijk zelf te doen, dus zo gezegd zo gedaan. Wandelschoenen aan en op naar Y Linh Ho…
Het eerste deel was het bewolkt, dus hadden we nog geen mooi uitzicht, maar gaandeweg klaarde het op en kwamen de eerste rijstvelden in zicht. De uitzichten zijn echt W A A N Z I N N I G mooi, echt geweldig. De rijst terrassen zijn nog wel leeg, maar veel zijn al netjes gemaakt om rijst in te planten en staan al vol water. Het ene uitzicht is nog mooier als het andere, 100% de moeite waard om hier naar toe te komen in ieder geval.
We zijn rustig verder gewandeld, steeds verder naar beneden. Nu waren er ook steeds meer mensen in de velden aan het werken, soms ook met buffels om de zaak om te ploegen. Uiteindelijk kwamen we in LaoChai uit, een heel klein plaatsje. Omdat het ondertussen al een uur of drie was en toen we langs een boerderijtje kwamen waar mensen op het land aan het werken waren kregen we twee brommertjes als taxi aangeboden, en die hebben ons weer terug gebracht naar Sapa.

Op zaterdagavond vind in het centrum van Sapa van oudsher een speciaal ritueel plaats. Er is een zogenaamde huwelijksmarkt. Dan komen de jongens en meisjes van verschillende groepen hier naartoe om elkaar te ontmoeten. Als een jongen en een meisje elkaar heel leuk vinden gaan ze voor elkaar dansen. De jongen heeft een soort fluit waarop hij speelt en tegelijkertijd rondjes danst en het meisje danst met hem met een paraplu in de hand. Zo maken ze elkaar het hof. Nu gebeurd dat veel voor toeristen, maar wij denken dat we een ‘echte’ gezien hebben.

Bac Ha

De volgende dag hebben we een tochtje geboekt naar Bac Ha, daar is op zondag de grootste markt uit de omgeving en daar komen heel veel verschillende etnische groepen naar toe. Het was nog wel een heel eind rijden met de bus, zo’n 2 ½ uur. De markt was een heel kleurrijk geheel. Allemaal mensen in hun eigen klederdracht die hun inkopen komen doen. Van alles was er te krijgen, van buffels tot kippen en van fruit tot potten en pannen. We hebben onze ogen er uit gekeken en hebben er een uur of drie rondgelopen. Daarna zijn we nog naar een klein dorpje gegaan en het is onvoorstelbaar dat mensen in 2018 zo nog leven, wat hebben wij het dan toch luxe.
Op de terugweg zijn we nog bij de Chinese grens gestopt. Er ligt daar een brug tussen Vietnam en China en dat is de grens. We hebben nu wel gezien waar de Vietnamezen hun handel halen, hele karrevrachten gingen de grens over.

Van LaoChai via Ta Van naar Giang Ta Chai

De volgende dag zijn we weer verder gaan wandelen waar we twee dagen geleden gebleven waren. We hebben een taxi genomen en zijn toen verder gaan lopen. Weer door hele kleine dorpjes waar het leven nog heel primitief is. De dorpjes gingen over in rijstvelden en daarin wordt druk gewerkt om alles klaar te maken om de rijst te kunnen zaaien. Een boer was met z’n buffel een veld aan het omploegen, zwaar werk hoor, voor de buffel en voor de boer. In een ander rijstveld waren ze wel met 25 man bezig. Een aantal ploegde het veld om en ander waren al bezig om de rijst te planten, en dan geldt het gezegde: ‘Vele handen maken licht werk’, het veldje was zo klaar.
Een eindje verderop was ook nog een waterval en daar zijn we ook nog gaan kijken. Toen was het toch wel weer tijd geworden om terug te gaan naar Sapa, maar eens kijken of we vervoer konden vinden. Aangekomen aan de doorgaande weg vroegen we aan iemand of er een bus naar Sapa ging, maar dat was niet zo. Wij liepen ondertussen alweer verder, toen het vrouwtje ons terug riep. Ze had een auto aangehouden en die wilde ons wel mee naar Sapa nemen (tegen vergoeding uiteraard). Het bleek een leraar te zijn die van z’n werk kwam. Zo werkt dat hier dus!

Fansipane

Vlakbij Sapa ligt de hoogste berg van Indochina (Cambodja, Laos, Vietnam), de Fasipane van 3143 meter hoog. Je kunt  met een kabelbaan helemaal naar de top. Het is de langste kabelbaan ter wereld, hij is 6292,5 meter lang en gaat 1410 meter omhoog (we zitten natuurlijk al op zo’n 1500 meter). Het is een hypermoderne kabelbaan van Zwitserse makelij. De gondels zijn hartstikke groot. Het eerste deel gaat pal over de rijstvelden, echt adembenemend, daarna kom je in de bergen en zie je overal watervallen naar beneden storten. In deze kabelbaan moet je niet bang uitgevallen zijn, want het is verrèkes hoog en de wind is boven behoorlijk waardoor de gondel ook nog eens flink heen en weer gaat. Wel heel gaaf. We hebben bijna de hele weg mooi zicht gehad, tot net onder de top, daar doken we de wolken in. We wisten dat het boven bewolkt zou zijn, maar we hoopten erop dat het soms even open zou trekken, maar helaas dat is niet gebeurd. Boven was er ook nog van alles te zien. Er is een heel tempelcomplex, een mega grote Buddha, een pagode en natuurlijk de top!
Al met al, jammer dat het niet open is getrokken, maar toch de moeite waard, alleen al door de kabelbaanrit.
Dezelfde avond om acht uur zijn we in de nachtbus naar Cat Ba gestapt, voor een 11 uur durende rit.

Cat Ba

Dit is een eiland bij Halong Bay. Halong Bay is een van de bekendste attracties van Vietnam,  het is een heel groot gebied in de zee waar allemaal karstbergen uit het water oprijzen. Vorige keer zijn we hier ook geweest, maar toen hadden we slecht weer, dus daarom wilden we nu weer terug, maar dan op ons gemak.
Aan de andere kant van Cat Ba ligt ook nog een ander deel baai, Lan Ha Bay, dat is veel minder toeristisch als Halong, dus dat wilde we ook graag zien.
De volgende ochtend om een uur of zeven waren we in Cat Ba. We konden nog niet op onze kamer dus zijn we wat rond gaan lopen en kwamen zo in de haven uit. Het is een mooie authentieke haven vol met gekleurde vissersboten en volop bedrijvigheid. Havens zijn altijd leuk om te zien er gebeurd altijd wel wat. Op een gegeven moment kwamen we langs een bedrijfje waar Nuoc Mam gemaakt wordt, dat is Vietnamese vissaus die in bijna alle gerechten gebruikt wordt en altijd als dipje op tafel staat. Nuoc mam is eigenlijk niets anders als gefermenteerde (rotte) vis met zout. De visjes worden met ingewanden en al gemengd met zout, dat wordt in hele grote bakken gedaan en dat gaat (vol in de zon) dan fermenteren. Hier waren tientallen van deze grote bakken met rotte vis in allerlei stadia. Soms waren de visjes nog te herkennen, en soms was het al één grijze brij. Later wordt dit dan in grote aardewerken potten gedaan, om verder te ‘rijpen’. Op het laatst wordt alles gezeefd en blijft er een mooie helderbruine saus over. Deze wordt dan in flessen verkocht. Je hebt daar ook weer verschillende kwaliteiten in, van goedkoop tot heel duur, net zoals bij wijn. Je zou verwachten dat je daar zou gaan lopen van de stank, maar dat viel reuze mee en het was hartstikke leuk om dit proces eens in het echt te zien.

Omdat we genoeg gesjouwd hadden de afgelopen dagen hadden we bedacht om ’s middags naar het strand te gaan. Het was een klein baaitje met strandbedden die je kon huren, dus zo gezegd zo gedaan. We lagen er heerlijk rustig……totdat de eerste toerbussen gedropt werden die ook nog even mochten zwemmen. Er kwam een complete invasie het strand op, de Heuvelstraat op zaterdagmiddag was er niks bij. Het was wel heel grappig om te zien, maar met de rust was het gedaan!

De volgende dag zijn we ’s morgens weer eerst naar de haven gelopen, nu kwamen we bij een ijsfabriekje uit. Hier maken ze grote blokken ijs voor vissers schepen. Die vullen hun ruim met ijs om de gevangen vis koel te houden. We waren aan het kijken hoe de grote ijsblokken (30x30x140 cm) uit de metalen kokers kwam geschoven, toen we binnengeroepen werden. We mochten overal kijken en hebben nu precies gezien hoe ze die ijsblokken maken. Er is een hele grote bak met water en dat water wordt met grote compressors gekoeld. Daarin hangen metalen buizen die gevuld worden met schoon water. Na 10 uur heb je dan een ijsblok. Helemaal aan de voorkant worden die ijsblokken uit hun kokers geschoven en gaan zo op een lopende band de haven door, naar de boot. Net voordat ze bij de boot aankomen, gaan ze door een grote crusher en gaat het gecrushte ijs het ruim van het schip in. Ook weer heel leuk om dit proces te zien. Niet voor niets naar de haven terug gegaan in ieder geval.
Daarna zijn we naar het Cannon Fort gelopen. Het is een oud militair fort wat boven op een berg ligt en waar je een prachtig uitzicht hebt over Lan Ha Bay en over de haven van Cat Ba. 

Cruise Lan Ha Bay en Ha Long Bay

Voor de volgende dag hadden een 2-daagse boottocht geboekt. We hadden een hele mooie grote boot met een mega grote slaapkamer. We voeren het eerste deel door Lan Ha Bay, dat is veel minder toeristisch als Halong Bay en geweldig mooi. Je vaart helemaal tussen de karstbergen door en overal zijn kleine vissersdorpjes op het water. De mensen leven hier van de visserij en het zijn veelal viskwekerijtjes. Een zwaar leven als je ziet hoe deze mensen in kleine hutjes op het water leven.
Na een hele tijd van het uitzicht genoten te hebben, werd de boot stil gelegd en gingen we kanoën. We voeren tussen de karstbergen door en toen we door een hele lage grot gevaren waren, kwamen we in een prachtige lagune uit. Helemaal omgeven door karstbergen, heel erg mooi.
Na het kanoën hebben we nog lekker gezwommen en daarna ging de boot weer verder, nu richting Halong Bay. Tegen het eind van de middag werd er een rustige baai opgezocht en daar gingen we voor anker voor de nacht. Het eten aan boord is heerlijk en na het eten hebben we nog geprobeerd om inktvisjes te vangen, we hadden 2 hele kleintjes en een krabje, geen megavangst.
De volgende ochtend werden met het mooiste uitzicht ever wakker, zo vanuit je bed, de bergen van Halong Bay, dat is nog eens wakker worden!
De volgende dag was ongeveer hetzelfde als de eerste, lekker zwemmen, luieren aan boord, lekker eten, kanoën door mooie lagunes en weer luieren, op zich goed vol te houden 😉
Tegen een uur of drie waren we weer terug aan wal, want wij moesten met de bus mee naar Tam Coc, een 4 ½ uur durende busrit.

Tam Coc

’s Avonds zijn  we aangekomen in Tam Coc en hadden we meteen al een goede indruk van het  plaatsje, en die bleek te kloppen. Tam Coc is een klein, gezellig plaatsje wat (nog) niet aangetast is door massatoerisme.
Tam Coc ligt midden in het gebied wat aangemerkt wordt als “Droge Halong Bay”. Je hebt hier, net zoals in Halong Bay, karstbergen (zijn bergen van kalksteen), maar hier rijzen ze uit de grond op. Dus midden tussen de rijstvelden heb je heuvels waar je in kleine riviertjes tussendoor kunt varen. Omdat het gesteente zo zacht is, zijn er in de loop van de eeuwen veel grotten ontstaan en zo vaar je dus, onder de bergen door, naar andere delen van het gebied, echt sprookjesachtig.

Maar als eerste hebben we de fiets gepakt en zijn we rond gaan fietsen in het gebied, ’s morgens is het n.l. te warm om op een open bootje te gaan zitten.
Als eerste zijn we naar de Bing Dong Pagoda gefietst. Dat is een kleine tempel die aan een mooi vennetje ligt met schitterende lotusbloemen. Het tempeltje zelf stelt niet zo heel veel voor, maar de omgeving en het uitzicht is prachtig.
Vanaf daar zijn we verder gefietst naar ThungNham (Vogel Vallei). Als eerste zijn we daar met een bootje een grot in geweest, die was kei mooi en kei diep. We kwamen aan de andere kant van de berg uit, en toen weer terug. Van daaruit zijn we naar de Birdgarden gelopen. Het is een stukje wild natuurgebied waar veel vogels zitten, welke soorten het allemaal precies zijn weten we niet, maar het leken reigers en ooievaars. Op een uitzichtpunt hebben we wat gedronken en van het uitzicht genoten. Toen op het fietske weer terug naar Tam Coc, wat gegeten en toen op een bootje gestapt voor een rondvaart. We voeren tussen de rijstvelden en de karstbergen, zo mooi. We kwamen ook door grotten, het was echt een prachtige tocht, die zo’n 1 ½ uur duurde.

Trang An

De volgende ochtend hebben we de fietsen gepakt en zijn we naar Trang An gefietst, zo’n 8 km verderop. Ook daar hebben we een boottocht gemaakt van zo’n 3 uur, echt verbazend mooi hier overal. Helemaal tussen de bergen en door grotten, sommige waren echt honderden meters lang en waren zo laag, dat je bukkend in je bootje er onderdoor voer. We kwamen iedere keer in lagunes uit, zo ontzettend mooi! (Had ik al gezegd hè!)

BaiDinh Pagode

De volgende ochtend hebben we een taxi laten komen en die heeft ons naar de BaiDinh Pagode gebracht, 20 kilometer verderop. De taxichauffeur wilde graag op ons wachten, dus de terugweg was ook alweer geregeld, gaat wel makkelijk hier.
De BaiDinh Tempel/Pagode is de grootste van Vietnam en is echt GIGA. We werden met een elektrisch treintje van de parkeerplaats naar de ingang van de tempel gebracht.
De tempel zelf is nog niet zo oud, hij is pas afgekomen in 2010 en is gebouwd rondom een oud tempelcomplex. Ik moet zeggen, ze hebben het allemaal prachtig gemaakt. De ene tempel volgt op de andere en die zijn verbonden met elkaar lange galerijen vol met boeddha’s. Hier is het echt groot, groter, grootst!
Er is ook nog een 100 meter hoge pagode en vanaf daar heb je echt een geweldig uitzicht over de omgeving. Als sluitstuk staat er nog een 10 meter, 100 ton zware bronzen Boeddha buiten op een berg. Het geheel is echt indrukwekkend. We hebben er een kleine 4 uur rond gedwaald en zijn weer terug gegaan naar Tam Coc.

Tam Coc

Daar zijn we gaan wandelen tussen de rijstvelden, wat is het hier toch gigantisch mooi zeg. Door dit deel zijn we afgelopen week gevaren, maar als je er doorheen loopt, zie je het allemaal toch weer vanuit een ander perspectief, en dat gecombineerd met de ondergaande zon, in één woord: SCHITTEREND!

Mua Cave

De volgende ochtend hebben we de fiets gepakt en zijn we naar de Mua Cave gefietst. Anders dat de naam doet vermoeden is het een berg waar je bovenop kunt klimmen en vanaf waar je weer een heel mooi uitzicht hebt. Het is niet zo’n hele hoge berg, maar doordat het vandaag zo ontzettend warm en vooral vochtig was, was het toch best een opgave. We waren blij dat we boven waren in ieder geval, en de moeite werd wel beloond met een mooi uitzicht.

Nadat we in het hotel weer een beetje op temperatuur waren gekomen zijn we toch nog een rondje gaan fietsen, blijft de moeite waard hier.

Hoi An

’s Avonds zijn we met de nacht- slaaptrein naar Da Nang gegaan. Verwacht hier vooral geen 5-sterren trein, maar een afgeleefde bende, en dan hadden wij nog 1e klas coupé, kun je nagaan, brrr…
We lagen (officieel) met z’n 4-en in een coupé, maar uiteindelijk lagen we er met z’n 6-en in.  Ondanks de bende toch nog best redelijk geslapen en 14 uur later stonden we in Da Nang en vanaf daar hebben we de taxi genomen naar Hoi An.
Daar hadden we echt een kei luxe hotel, volgens mij hebben we nog nooit zo’n mooie kamer gehad, met een groot ligbad voor het raam en een hele ruime kamer op een heel mooi resort, daar houden we het wel een dag of 3 vol 😉
Twaalf jaar geleden zijn we ook in Hoi An geweest en dat was toen nog een lieflijk klein, mooi plaatsje, dat is in die jaren enigszins veranderd kan ik wel zeggen. Het is nu het Volendam van Vietnam geworden. Wat een toeristen, hotels, winkeltjes etc. etc. Al met al wel gezellig hoor, maar niet meer het kleine plaatsje wat het was.
We zijn ’s morgens even door het centrum gelopen en ’s middags hebben we de (gratis) fietsen gepakt en zijn we naar het strand gefietst, zo’n 5 km verderop.
Via ons hotel konden we gebruik maken van ligbedden op het strand, en dat hebben we eens lekker gedaan.
Tegen de avond stroomt het strand vol met Vietnamezen die even een duik komen nemen en die er komen eten. De kleine pop-up restaurantjes schieten dan als paddenstoelen uit de grond. Ze spreiden wat kleden uit over het zand, en dat zijn dan de tafels. Het is dan een gezellige drukte van belang, mooi om zo af te kijken.
Hoi An staat vooral bekend om z’n lampionnen, en die hangen overal in de straten en branden ’s avonds allemaal, wat een heel mooi beeld geeft. Ook is er een levendige avondmarkt, waar je alle souvenirs kunt scoren die je maar in Vietnam kunt krijgen.

De volgende ochtend zijn we terug gegaan naar het centrum en hebben we entree kaartjes gekocht voor de bezienswaardigheden die door het centrum verspreid liggen. Er zijn 22 verschillende dingen die je zou kunnen bezoeken en met een entree kaartje kun je er 5 uitkiezen. Het varieert van Chinese tempels tot oude huizen. We hebben 5 verschillende dingen bezichtigd, allemaal heel mooi, maar de grootste attractie is toch wel het plaatsje zelf. Dat is zo fotogeniek, met mooi okergele muren en die lampionnen, dan nog iemand met zo’n Vietnamese hoed erbij en het plaatje is compleet.
’s Middags zijn we eens lekker aan het zwembad gaan liggen, ook goed vol te houden.

De volgende dag zijn we ’s morgens in de omgeving gaan fietsen. We kwamen op een klein eilandje terecht en aan de waterkant hingen allemaal hele grote vissersnetten boven het water. Ook waren er mensen kleine schelpjes aan het uitzoeken, volgens hen om te eten, maar daar leken ze me wel heel erg klein voor. Het was een mooie fietstocht, tussen de peperplantages en de palmbomen door en ’s middags hebben we voor de verandering het strand maar weer eens opgezocht, het blijft tenslotte vakantie, niet waar.

Gisteren hebben we ’s ochtens een bootje gehuurd en die heeft ons 3 uur rondgevaren rond Hoi An. We kwamen langs kleine vissersdorpjes en door een mooi natuurgebied en we hebben de nodige ijsvogeltjes gespot, ook leuk!
’s Middags hebben we rustig aan gedaan, want ondanks dat de zon vandaag niet schijnt is het bloedjeheet. Het is erg vochtig, dus je bent binnen de korstte keren helemaal doorweekt. We hebben rustig onze koffers weer ingepakt, want ’s avonds vertrekken we met de nachtbus naar NhaTrang, een rit van zo’n 11 uur. De slaapbussen zijn hier wel comfortabel, dus je kunt er redelijk goed in slapen en kosten geen drol. Voor een tientje per persoon sta je 600 kilometer verderop!

NhaTrang

Vanmorgen om 4:30 uur stonden we al in NhaTrang, dat is een grote badplaats aan de kust en daar zijn we vorige keer ook geweest. Het was er ons toen goed bevallen en we hadden nu wel zin in een plaats waar we ook aan het strand zouden kunnen liggen.
Toen we NhaTrang binnen kwamen rijden herkenden we niets, maar dan ook helemaal niets meer. NhaTrang is uitgegroeid tot een enorme badplaats met grote luxe hotels en een breed strand van 6 km lang, het deed ons zelfs een beetje denken aan Miami Beach of zo (zonder de mooie Art Deco gebouwen dan). Omdat we al zo vroeg aankwamen konden we nog niet op de kamer, maar gelukkig hadden we vanaf 6 uur ’s morgens de ligbedden aan het zwembad beschikbaar, dus daar konden we onze tijd wel doorkomen. We hebben die dag verder weinig anders gedaan als ons verplaatst van het zwembad naar het privéstrand van het hotel, en hebben lekker de rest van de dag geluierd, vakantie!

De volgende dag waren we weer wat opgeladen en zijn we naar de haven gewandeld. Die was 12 jaar geleden supermooi en fotogeniek, maar helaas, hier heeft ook het toerisme toegeslagen en van de mooie vissershaven was niet veel meer over. Er lagen nog wel wat vissersboten, maar de charme van de oude haven was verdwenen, wat jammer toch. Ondanks dat was het toch een leuke wandeling er naartoe. Na deze flinke inspanning (ahum) hadden we wel weer wat rust verdient en zijn we weer aan het strand gaan liggen. We gaan er deze laatste week maar eens een echte ‘vakantie’-week van maken.

Voor de volgende ochtend hebben we een snorkeltrip geboekt. We hebben hier 12 jaar geleden ook gedoken, maar dat was toen niet zo’n feestknaller, dus hebben we nu voor snorkelen gekozen.  We werden netjes bij het hotel opgepikt en met boot was het zo’n 3 kwartier varen naar een klein eilandje. Daar was de eerste snorkelplek. We hadden er niet teveel van verwacht, maar het was wel mooi. Uiteindelijk zijn we op 3 verschillende plekken wezen snorkelen en hebben van alles gezien, mooi koraal, kleurige vissen, zeekomkommers van wel 3 meter lang, het was zeker de moeite waard.
Om een uur of 3 waren we weer terug bij het hotel en hebben we de rest van de middag nog lekker aan het zwembad gelegen, best vol te houden zo.

De volgende dag zijn we naar een Boeddhistische tempel gegaan waar ook een school voor monniken bij zat. Er waren er best wel veel en als al deze monniken samen in gebed zijn in de tempel is dat mooi om te zien. Bij de tempel was ook een grote liggende Boeddha van een meter of 10 en bovenop de berg stond er nog eentje van wel 15 meter hoog. Die kon je zelfs vanuit ons hotel zien, als hij ’s avonds mooi verlicht was. We zijn rustig terug gewandeld en zoals we de afgelopen dagen gedaan hebben zijn we ’s middags weer op het strand gaan liggen.
Voor die avond hadden de nachttrein naar Ho Chi Minh geboekt en die zou om 22:03 uur vertrekken, met de nadruk op zou…want dat werd uiteindelijk half twaalf. Maar ja dat hoort nu eenmaal ook bij het reizen.

Ho Chi Minh

De volgende ochtend zijn we op onze eindbestemming Ho Chi Minh Stad aangekomen, het vroegere Saigon. We hadden hotel midden in het centrum met alle bezienswaardigheden op loop afstand.

Als eerste zijn we om de hoek naar de Ben Thanh markt gelopen, daar kun je op souvenirjacht als je wilt. Het is een kei grote binnenmarkt waar zowat alles te koop is wat je kunt bedenken, van verse vis, tot kruiden, tot kleding en souvenirs.
Vanaf daar zijn de naar de Notre Dame Cathedral gelopen, (die staat er nog uit de Franse tijd) maar die was wegens restauratie gesloten. Er tegenover zat het oude postkantoor, een heel mooi statig gebouw wat nog steeds als postkantoor dienst doet. Ook van binnen is het heel mooi, met hoge plafonds, mooie tegelvloeren en oude houten elementen.
Daarna zijn we naar het ReunificationPalace gegaan. Dat is het oude ‘paleis’ van de president en het gebouw is vooral bekend van het einde van de Vietnamoorlog. Toen zijn ze daar met tanks door de hekken gereden en hebben ze met helikopters nog mensen van het dak gehaald die op die manier gevlucht zijn, die beelden zijn toen de hele wereld over gegaan. Op een afstand is het eigenlijk beste een lelijk gebouw, jaren 50 steil. Maar we zijn er toch ingegaan en van binnen viel het alles mee, was het eigenlijk heel mooi. Je mocht overal rondkijken, in de ontvangst- en woonruimten van de president. Alle meubels stonden er nog in en ook de tafels gedekt en zo. Je kreeg een goed beeld hoe het er in de jaren 50/60 uit heeft gezien. Onder het gebouw was een grote bunker die als schuilplaats diende voor de president en zijn familie. Daar hebben ze ook gebruik van moeten maken want in de oorlog is het pand verschillende keren doelwit geweest van bomaanslagen.

Toen we dat goed bekeken hadden liep het alweer tegen de avond, de dagen zijn te kort hier.
’s Avonds zijn we gaan eten in de Street Food Market. Het is een grote hal met allemaal klein restaurantjes en daar kun je allerlei Vietnamese Street Food gerechtjes bestellen, van verse loempia’s tot Bun Cha en toetjes met kleefrijst en mango. Kei leuk en lekker.

Daarna zijn we naar dé Bierstraat van Ho Chi Minh gegaan. Hier komen alle backpackers samen, net zoals op Kao San Road in Bangkok. Het was een levendige boel met vooral veel herrie (we worden oud!). Bij een tentje kon je boven zitten en zo mooi de boel afkijken. Op een gegeven moment brak er een onweersbui los en binnen no time stond de hele straat blank. Mensen liepen tot hun knieën in het water. Wij zaten droog en eerste rang, kei leuk om te zien. Wij hebben nog maar een extra pilsje gepakt en hebben gewacht tot de ergste regen voorbij was, toen hebben we onze schoenen uitgetrokken en zijn zo op zoek gegaan naar een taxi. Die hadden we zo gevonden, dus dat viel nog niet alles tegen, we zijn in ieder geval droog thuis gekomen.

De laatste dag van onze reis is alweer aangebroken.
’s Ochtens zijn we naar het operahuis gelopen, een mooi oud gebouw uit de Franse koloniale tijd. Dit soort gebouwen zie je hier veel terug. Daar vlakbij zat ook het 5-sterren  ‘Caravelle-hotel’. Daar zaten in de oorlog alle buitenlandse correspondenten en ik ken het hotel van oude beelden. We zijn er even binnengelopen en hebben vanaf de skybar van het uitzicht genoten.
’s Middags zijn we naar het Remnants Museum gelopen, dat is het museum over de Vietnamoorlog, veelal gezien vanuit Vietnamese kant natuurlijk. Het waren voornamelijk veel (soms verschrikkelijke) foto’s van de oorlog en ook wat mijnen en geweren. Ik moet eerlijk zeggen dat het museum me niet echt pakte. We zijn voorheen in het Tol Slueng Museum in Phnom Phen geweest en een paar jaar geleden in Hiroshima, en die musea gingen door merg en been, maar hier gebeurde dat op een of manier niet. We zijn 12 jaar geleden ook naar de Cu Chi tunnels geweest, en daar hadden we precies hetzelfde bij, de oorlog in Vietnam is een beetje een (om het oneerbiedig te zeggen) ‘toeristische-attractie’ geworden. Op zich ben ik wel blij dat we het gezien hebben hoor.

En hiermee is alweer een eind gekomen aan een fantastische reis. Wat is de tijd toch omgevlogen. Het besef van tijd ben je tijdens zo’n reis trouwens zo-ie-zo totaal kwijt. Je ziet en doet zoveel dat je pas achteraf beseft hoeveel je meegemaakt hebt en 4 weken vliegen dan voorbij.

Vietnam, en dan vooral Noord-Vietnam is werkelijk prachtig. Het heeft een overweldigende natuur, veel cultuur, hele vriendelijke mensen en heerlijk eten. Prima ingrediënten voor een heerlijke vakantie en wij hebben er volop van genoten!

Translate»